Raad van Europa Verbiedt Verplichte Vaccinaties

Raad van Europa Verbiedt Verplichte Vaccinaties

17 maart 2021 / door Steve Beckow

Council Of Europe…

Simon Parkes, March 16, 2021

(https://www.simonparkes.org/post/council-of-europe)

Uitstekend nieuws van de Raad van Europa (RvE), ’s werelds belangrijkste mensenrechtenorganisatie. Het is het bestuursorgaan van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Zoals u waarschijnlijk weet, staat de RvE los van de EU. Zevenenveertig landen, waaronder alle EU-lidstaten, zijn partij bij de RvE en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM). Dit is uitstekend nieuws voor mensen die zich zorgen maken over verplichte of gedwongen vaccinatie of discriminatie op grond van vaccinatiestatus.

Vandaag is een resolutie van de Raad van Europa aangenomen die staten verbiedt vaccinatie tegen het covirus verplicht te stellen of te gebruiken om werknemers of iedereen die zich niet laat vaccineren te discrimineren.

Hier is de tekst op specifieke punten uitgetrokken en de volledige resolutie in het origineel en de originele link.

7.3 betreffende het waarborgen van een hoge vaccinatiegraad:

7.3.1 ervoor zorgen dat burgers worden geïnformeerd dat vaccinatie NIET verplicht is en dat niemand politiek, sociaal of anderszins onder druk wordt gezet om zich te laten vaccineren als hij of zij dat zelf niet wil;

7.3.2 ervoor zorgen dat niemand wordt gediscrimineerd omdat hij of zij niet is gevaccineerd, vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s of omdat hij of zij niet gevaccineerd wil worden;

https://pace.coe.int/en/files/29004/html

De volledige resolutie staat hier onder.

Covid-19 vaccins: ethische, juridische en praktische overwegingen

Resolutie 2361 (2021) | Voorlopige versie

Auteur(s): Parlementaire Vergadering

Oorsprong: Beraadslaging van de Vergadering op 27 januari 2021 (5e zitting) (zie doc. 15212, verslag van de Commissie sociale zaken, volksgezondheid en duurzame ontwikkeling, rapporteur: mevrouw Jennifer De Temmerman). Tekst goedgekeurd door de Vergadering op 27 januari 2021 (5e zitting).

1 De pandemie van Covid-19, een infectieziekte veroorzaakt door het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2, heeft in 2020 veel leed veroorzaakt. In december waren er wereldwijd meer dan 65 miljoen gevallen geregistreerd en meer dan 1,5 miljoen levens verloren gegaan. De ziektelast van de pandemie zelf en de volksgezondheidsmaatregelen die nodig waren om de pandemie te bestrijden, hebben de wereldeconomie verwoest, waarbij reeds bestaande breuklijnen en ongelijkheden (ook wat de toegang tot gezondheidszorg betreft) blootgelegd zijn en werkloosheid, economische achteruitgang en armoede zijn veroorzaakt.

2 Een snelle wereldwijde inzet van veilige en efficiënte vaccins tegen Covid-19 zal van essentieel belang zijn om de pandemie in te dammen, de gezondheidszorg te beschermen, levens te redden en de wereldeconomieën te helpen herstellen. Hoewel niet-farmaceutische interventies zoals het op afstand houden van mensen, het gebruik van gezichtsmaskers, frequent handen wassen, alsook sluitingen en vergrendelingen, hebben geholpen om de verspreiding van het virus te vertragen, stijgen de infectiecijfers nu opnieuw over het grootste deel van de wereld. Veel lidstaten van de Raad van Europa hebben te maken met een tweede golf die erger is dan de eerste, terwijl hun bevolking steeds meer “pandemie-moe” wordt en zich gedemotiveerd voelt om de aanbevolen gedragsmaatregelen ter bescherming van zichzelf en anderen tegen het virus te volgen.

3 Zelfs snel inzetbare, veilige en doeltreffende vaccins zijn echter geen onmiddellijk wondermiddel. Na de feestdagen eind 2020 en begin 2021, met zijn traditionele bijeenkomsten binnenshuis, zullen de infectiecijfers in de meeste lidstaten waarschijnlijk zeer hoog zijn. Bovendien is onlangs door Franse artsen een wetenschappelijk verband vastgesteld tussen de buitentemperatuur en de incidentie van de ziekte bij ziekenhuisopnames en sterfgevallen. De vaccins zullen deze winter ongetwijfeld niet volstaan om het aantal infecties aanzienlijk te doen dalen – vooral wanneer men rekening houdt met het feit dat de vraag op dit ogenblik veel groter is dan het aanbod. Een schijn van “normaal leven” zal dus zelfs in het beste geval pas op zijn vroegst medio of eind 2021 kunnen worden hervat.

4 Willen de vaccins doeltreffend zijn, dan is het van cruciaal belang dat zij met succes worden ingezet en dat er voldoende gebruik van wordt gemaakt. De snelheid waarmee de vaccins worden ontwikkeld, kan echter een moeilijk te bestrijden uitdaging vormen voor het opbouwen van vertrouwen in deze vaccins. Een billijke verspreiding van Covid-19 -vaccins is ook nodig om de doeltreffendheid van het vaccin te waarborgen. Als de vaccins niet wijd genoeg verspreid zijn in een zwaar getroffen gebied van een land, worden zij ondoeltreffend om het tij van de pandemie te keren.

Bovendien kent het virus geen grenzen en is het dus in het belang van elk land om samen te werken om wereldwijd een gelijke toegang tot Covid-19-vaccins te waarborgen. Aarzeling en nationalisme op het gebied van vaccins kunnen de tot dusver verrassend snelle en succesvolle inspanningen om een vaccin tegen Covid-19 te ontwikkelen, doen ontsporen doordat het SARS-CoV-2-virus kan muteren en zo het meest doeltreffende instrument ter wereld tegen de pandemie tot dusverre kan ondermijnen.

5 Internationale samenwerking is dus nu meer dan ooit nodig om de ontwikkeling, de productie en de eerlijke en billijke verdeling van Covid-19-vaccins te bespoedigen. Het Covid-19 Vaccine Allocation Plan, ook bekend als COVAX, is het leidende initiatief voor de wereldwijde toewijzing van vaccins. Het initiatief, dat gezamenlijk wordt geleid door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Vaccine Alliance (Gavi) en de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI), trekt middelen aan van landen die zich hebben aangesloten om het onderzoek, de ontwikkeling en de productie van een breed scala van Covid-19-vaccins te ondersteunen en over de prijs ervan te onderhandelen.

Een adequaat beheer van de vaccins en een adequate logistiek van de toeleveringsketen, waarvoor internationale samenwerking en voorbereidingen van de lidstaten nodig zijn, zullen ook nodig zijn om de vaccins tegen het virus op een veilige en billijke manier te kunnen leveren. In dit verband vestigt de Parlementaire Vergadering de aandacht op de door de WHO opgestelde richtlijnen voor landen met betrekking tot de paraatheid, de uitvoering en de besluitvorming van het programma op nationaal niveau.

6 De lidstaten moeten nu reeds hun immunisatiestrategieën voorbereiden om de doses op ethische en billijke wijze toe te wijzen, waarbij zij onder meer moeten beslissen aan welke bevolkingsgroepen zij in de beginfase, wanneer er een tekort is, prioriteit moeten geven en hoe de vaccinatie moet worden uitgebreid naarmate de beschikbaarheid van een of meer Covid-19 -vaccins toeneemt. Bio-ethici en economen zijn het er grotendeels over eens dat personen ouder dan 65 jaar en personen jonger dan 65 jaar met onderliggende gezondheidsaandoeningen waardoor zij een hoger risico lopen ernstig ziek te worden of te overlijden, gezondheidswerkers (vooral degenen die nauw samenwerken met personen uit risicogroepen) en mensen die werkzaam zijn in essentiële kritieke infrastructuur bij voorrang toegang moeten krijgen tot vaccinatie. Kinderen, zwangere vrouwen en zogende moeders, voor wie tot dusver geen vaccin is toegelaten, mogen niet worden vergeten.

7 Wetenschappers hebben in recordtijd een opmerkelijke prestatie geleverd. Het is nu aan de regeringen om te handelen. De Vergadering steunt de visie van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties dat een vaccin tegen Covid-19 een mondiaal collectief goed moet zijn. Immunisatie moet beschikbaar zijn voor iedereen, overal. De Vergadering dringt er derhalve bij de Lid-Staten en de Europese Unie op aan:

7.1 met betrekking tot de ontwikkeling van Covid-19 vaccins:

7.1.1 te zorgen voor kwalitatief hoogwaardige proeven die deugdelijk zijn en op ethische wijze worden uitgevoerd in overeenstemming met de relevante bepalingen van het Verdrag inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde (ETS nr. 164, Verdrag van Oviedo) en het Aanvullend Protocol inzake biomedisch onderzoek (CETS nr. 195), en die geleidelijk ook betrekking hebben op kinderen, zwangere vrouwen en zogende moeders;

7.1.2 ervoor te zorgen dat de regelgevende instanties die belast zijn met de beoordeling van en het verlenen van vergunningen voor vaccins tegen Covid-19 onafhankelijk zijn en beschermd worden tegen politieke druk

7.1.3 ervoor te zorgen dat de desbetreffende minimumnormen inzake veiligheid, doeltreffendheid en kwaliteit van de vaccins worden nageleefd

7.1.4 doeltreffende systemen in te voeren voor de monitoring van de vaccins en de veiligheid ervan na de verspreiding onder de bevolking, mede met het oog op de monitoring van de effecten op lange termijn;

7.1.5 onafhankelijke compensatieprogramma’s voor vaccins op te zetten om te zorgen voor compensatie van onterechte schade en letsel als gevolg van vaccinatie;

7.1.6 bijzondere aandacht te besteden aan mogelijke handel met voorkennis door leidinggevenden in de farmaceutische sector, of farmaceutische bedrijven die zich ten onrechte verrijken op kosten van de overheid, door uitvoering te geven aan de aanbevelingen in Resolutie 2071 (2015) over “Volksgezondheid en de belangen van de farmaceutische industrie: hoe kan het primaat van de belangen van de volksgezondheid worden gewaarborgd?

7.1.7 de belemmeringen en beperkingen die voortvloeien uit octrooien en intellectuele-eigendomsrechten uit de weg te ruimen, zodat de productie en distributie van vaccins in alle landen en aan alle burgers op grote schaal kan plaatsvinden;

7.2 met betrekking tot de toewijzing van Covid-19 -vaccins:

7.2.1 ervoor te zorgen dat het beginsel van gelijke toegang tot de gezondheidszorg, zoals vastgelegd in artikel 3 van het Verdrag van Oviedo, wordt nageleefd in de nationale plannen voor de toewijzing van vaccins, waarbij wordt gewaarborgd dat de Covid-19-vaccins beschikbaar zijn voor de bevolking, ongeacht geslacht, ras, godsdienst, wettelijke of sociaal-economische status, vermogen om te betalen, locatie en andere factoren die vaak bijdragen tot ongelijkheden binnen de bevolking;

7.2.2. strategieën te ontwikkelen voor een billijke verdeling van Covid-19-vaccins in de lidstaten, rekening houdend met het feit dat de voorraad aanvankelijk gering zal zijn, en voorbereidingen te treffen voor de wijze waarop de vaccinatieprogramma’s kunnen worden uitgebreid wanneer de voorraad groter wordt; bij de ontwikkeling van deze strategieën het advies te volgen van onafhankelijke nationale, Europese en internationale bio-ethische comités en instellingen, alsmede van de WHO;

7.2.3 ervoor te zorgen dat personen binnen dezelfde prioritaire groepen gelijk worden behandeld, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare personen, zoals ouderen, personen met onderliggende aandoeningen en gezondheidswerkers, met name degenen die nauw samenwerken met personen uit risicogroepen, alsmede personen die werkzaam zijn in essentiële infrastructuur en in overheidsdiensten, met name in de sociale dienstverlening, het openbaar vervoer, de rechtshandhaving en op scholen, alsmede personen die werkzaam zijn in de detailhandel;

7.2.4 gelijke toegang tot Covid-19-vaccins tussen landen te bevorderen door steun te verlenen aan internationale inspanningen zoals de Access to Covid-19 Tools Accelerator (ACT Accelerator) en de bijbehorende COVAX-faciliteit;

7.2.5 af te zien van het aanleggen van voorraden Covid-19-vaccins waardoor het vermogen van andere landen om vaccins voor hun bevolking aan te schaffen, wordt ondermijnd, ervoor te zorgen dat het aanleggen van voorraden zich niet vertaalt in escalerende prijzen voor vaccins van degenen die voorraden aanleggen naar degenen die dat niet kunnen, auditing en due diligence uit te voeren om te zorgen voor een snelle inzet van vaccins tegen minimale kosten op basis van behoefte en niet van marktmacht;

7.2.6 ervoor te zorgen dat elk land in staat is zijn gezondheidswerkers en kwetsbare groepen te vaccineren voordat vaccinatie wordt uitgerold naar niet-risicogroepen, en dus te overwegen vaccindoses te doneren of te aanvaarden dat voorrang wordt gegeven aan landen die daar nog niet toe in staat zijn, indachtig het feit dat een eerlijke en billijke wereldwijde toewijzing van vaccindoses de meest efficiënte manier is om de pandemie te verslaan en de daarmee gepaard gaande sociaaleconomische lasten te verlichten

7.2.7 ervoor te zorgen dat Covid-19 -vaccins waarvan de veiligheid en doeltreffendheid zijn vastgesteld, in de toekomst toegankelijk zijn voor iedereen die ze nodig heeft, door waar nodig gebruik te maken van verplichte licenties in ruil voor de betaling van royalty’s

7.3 met betrekking tot het waarborgen van een hoge vaccinatiegraad:

7.3.1 ervoor te zorgen dat de burgers worden geïnformeerd dat de vaccinatie NIET verplicht is en dat niemand politiek, sociaal of anderszins onder druk wordt gezet om zich te laten vaccineren, indien hij dat zelf niet wenst;

7.3.2 ervoor te zorgen dat niemand wordt gediscrimineerd omdat hij of zij zich niet heeft laten vaccineren, vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s of omdat hij of zij niet gevaccineerd wil worden;

7.3.3 vroegtijdig doeltreffende maatregelen te nemen om verkeerde informatie, desinformatie en aarzeling m.b.t. Covid-19-vaccins tegen te gaan

7.3.4 transparante informatie over de veiligheid en mogelijke bijwerkingen van vaccins te verspreiden, waarbij wordt samengewerkt met socialemediaplatforms en deze worden gereguleerd om de verspreiding van verkeerde informatie te voorkomen;

7.3.5 op transparante wijze de inhoud van contracten met vaccinproducenten te communiceren en deze openbaar te maken voor parlementaire en publieke controle;

7.3.6 samen te werken met niet-gouvernementele organisaties en/of andere lokale inspanningen om gemarginaliseerde groepen te bereiken

7.3.7 samen te werken met plaatselijke gemeenschappen bij het ontwikkelen en uitvoeren van op maat gesneden strategieën om de vaccinatie te ondersteunen;

7.4 met betrekking tot Covid-19 vaccinatie voor kinderen

7.4.1 zorgen voor evenwicht tussen de snelle ontwikkeling van vaccinatie voor kinderen en het naar behoren aanpakken van veiligheids- en doeltreffendheidsproblemen, en zorgen voor volledige veiligheid en doeltreffendheid van alle vaccins die aan kinderen ter beschikking worden gesteld, met de nadruk op het belang van het kind, overeenkomstig het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind;

7.4.2 zorgen voor proeven van hoge kwaliteit, met de nodige zorg voor relevante waarborgen, overeenkomstig internationale wettelijke normen en richtsnoeren, met inbegrip van een eerlijke verdeling van de voordelen en risico’s bij de bestudeerde kinderen;

7.4.3 ervoor te zorgen dat naar behoren rekening wordt gehouden met de wensen van kinderen, in overeenstemming met hun leeftijd en rijpheid; wanneer de toestemming van een kind niet kan worden gegeven, moet ervoor worden gezorgd dat de toestemming in een andere vorm wordt gegeven en dat zij gebaseerd is op betrouwbare en aan de leeftijd aangepaste informatie;

7.4.4 UNICEF te steunen bij zijn inspanningen om vaccins van fabrikanten die overeenkomsten met de COVAX-faciliteit hebben gesloten, te leveren aan degenen die ze het hardst nodig hebben;

7.5 met betrekking tot het waarborgen van de monitoring van de langetermijneffecten van de COVID-19-vaccins en de veiligheid ervan

7.5.1 zorgen voor internationale samenwerking voor het tijdig opsporen en ophelderen van eventuele veiligheidssignalen door middel van wereldwijde gegevensuitwisseling in real time over ongewenste voorvallen na immunisatie (AEFI’s);

7.5.2 vaccinatiebewijzen alleen te gebruiken voor het aangegeven doel, namelijk de monitoring van de werkzaamheid van het vaccin, mogelijke neveneffecten en ongewenste voorvallen;

7.5.3 eventuele leemten in de communicatie tussen lokale, regionale en internationale volksgezondheidsinstanties die met AEFI-gegevens werken, weg te werken en zwakke punten in bestaande netwerken voor gezondheidsgegevens te verhelpen

7.5.4 de geneesmiddelenbewaking dichter bij de gezondheidszorgstelsels te brengen

7.5.5 steun te verlenen aan het opkomende adversomica-onderzoek, dat zich richt op de bestudering van interindividuele variaties in de respons op vaccins op basis van verschillen in aangeboren immuniteit, microbiomen en immunogenetica.

8 Onder verwijzing naar Resolutie 2337 (2020) over democratieën die worden geconfronteerd met de Covid-19-pandemie, bevestigt de Vergadering opnieuw dat parlementen, als hoeksteen van de democratie, hun drievoudige rol van vertegenwoordiging, wetgeving en toezicht in pandemische omstandigheden moeten blijven vervullen. De Vergadering roept de parlementen derhalve op deze bevoegdheden waar nodig uit te oefenen, ook met betrekking tot de ontwikkeling, toewijzing en distributie van Covid-19-vaccins.

https://pace.coe.int/en/files/29004/html

Vertaling: Martien