Texel Eiland vroeg Juni 2022 / Door Arthur Firstenberg,

Texel Eiland vroeg Juni 2022 

“De hemel valt naar beneden! De hemel valt naar beneden!” riep het Kleine Kippetje.

En de lucht viel, en niemand luisterde, en alles was stil.

Een zoektocht in de wetenschappelijke literatuur naar “elektromagnetische” + “biologische effecten” levert het verbazingwekkende aantal van 76.400 studies op, meer studies dan voor de meeste andere bedreigingen van het milieu, en toch gaat de wereld door, kijkend maar blind, luisterend maar doof, de stilte verwarrend met comfort, de oprukkende vlammen voor een stralende toekomst.

Op het Nederlandse eiland Texel, het zuidelijke uiteinde van een eilandengroep die de Waddenzee van de Noordzee scheidt, kwam vorige maand een grote broedkolonie van zeevogels, de Sandwich-sternen (“grote sterns” in het Nederlands), in het nieuws door hun sterfte. Van de 7.000 vogels die tot eind mei in het natuurreservaat De Petten broedden, was er medio juni geen meer over. Er werden 3.000 kadavers van vogels verzameld, de rest stierf of verlieten hun nesten.

De correspondent die mij dit nieuws stuurde, Antonia in Nederland, verwees mij ook naar een Nederlandse website die alle zendmasten en antennes in het hele land in de gaten houdt. De sternramp werd toegeschreven aan “vogelgriep” en zij vermoedde dat er misschien iets anders aan de hand was. Toen ik de website bekeek, was ik verbijsterd. De eerste 35 dode sterns in De Petten werden gevonden op 29 mei 2022. Er staan drie zendmasten aan de rand van het reservaat, en wel in het gebied waar de sterns leven. Volgens de website zijn er net 18 nieuwe 4G-antennes aan die torens toegevoegd — 6 door Vodafone aan zijn 83-voets toren op 25 mei 2022, en 12 door KPN aan zijn 108-voets toren op 29 mei 2022. Het aantal frequenties dat door deze twee torens wordt uitgezonden, is van de ene dag op de andere gestegen van 5 tot 11.

Behalve dat al die antennes pal aan het reservaat staan, ligt De Petten aan de noordrand van een waterweg die de Noordzee van de Waddenzee scheidt, en een groot aantal antennes aan weerszijden van die waterweg – de antennes in Den Helder in het zuiden en de antennes op Texel in het noorden – zijn gericht op die drukke waterweg, die intensief wordt gebruikt door de schepen die er voortdurend doorheen varen. Volgens mijn onderzoek staan er dus in totaal 105 4G-antennes binnen 7 mijl van De Petten die rechtstreeks op De Petten zijn gericht.

Waren de Texelse visdiefjes er al slecht aan toe door alle straling waaraan ze de afgelopen jaren waren blootgesteld? En heeft de plotselinge toename van zowel het aantal antennes als het aantal frequenties ze uiteindelijk de das omgedaan?

Ik besloot nader onderzoek te doen. Wat ik heb ontdekt, zowel in Nederland als elders, is consistent maar niet eenvoudig. Hier zijn enkele ruwe regels:

(a) Een plotselinge dramatische toename van het aantal antennes en frequenties waarvan de bron zich binnen een broedkolonie of aan de grens daarvan bevindt, is dodelijk. De nestelende vogels kunnen de straling niet vermijden; zij moeten hun nesten verlaten of sterven.

(b) Het effect van antennes die van een afstand op een broedkolonie zijn gericht, hangt af van de menselijke bevolking. In een dunbevolkt gebied zenden de antennes weinig straling en weinig frequenties uit omdat weinig mensen ze gebruiken. Daarentegen worden zendmasten in grote havens intensief gebruikt, zowel door bewoners als door schepen, en zenden zij maximale straling uit. Hetzelfde geldt voor antennes die op intensief gebruikte scheepvaartroutes zijn gericht.

(c) Afstand is niet zo belangrijk als terrein en torenhoogte. De straling van een hogere mast gaat verder. En als er alleen maar water tussen de toren en de vogelkolonie zit, weerkaatst en versterkt het water het signaal en doet afstand er heel weinig toe.

(d) 4G-torens zijn over het algemeen slechter dan 5G-torens. Dit komt omdat 4G-masten hun straling in alle richtingen uitzenden, terwijl 5G-masten het grootste deel van hun straling in gerichte stralen uitzenden, rechtstreeks gericht op mensen met 5G-telefoons in hun handen.

Laten we, met deze regels in gedachten, eens kijken naar een paar andere broedkolonies van toendrarietsterns en zien wat er dit jaar met hen is gebeurd:

Een andere grote broedkolonie van Sandwich sterns haalde even later de voorpagina’s, en om dezelfde reden: die van Waterdunen, aan de andere kant van Nederland, in de provincie Zeeland. Net als De Petten ligt het natuurgebied Waterdunen aan een drukke scheepvaartroute bij de ingang van een drukke haven. Waterdunen is de grootste kolonie van deze vogels in Nederland en herbergt dit voorjaar 7000 paar sterns die uit Afrika zijn overgevlogen om er te broeden. Maar op 24 juni 2022 werd gemeld dat daar in de voorafgaande twee weken 4.600 dode volwassen en jonge Sandwich sterns waren verzameld. Eind juni bestond ook deze kolonie niet meer.

Het natuurgebied bij Waterdunen telt 318 intensief gebruikte 4G-antennes die op afstanden van 0,5 tot 8 mijl in zijn richting zijn gericht. De meeste van deze antennes zenden elk tussen de 1.000 en 2.000 watt straling uit. 46 van deze antennes zijn nieuw en werden in april, mei en juni 2022 aan bestaande torens toegevoegd. Een 55-voet toren op minder dan 2 mijl van het strand van Waterdunen werd op 18 mei 2022 aangepast van 6 naar 12 antennes en van 2 naar 4 frequenties. Een andere, 40-voet toren op dezelfde locatie werd op 22 juni 2022 aangepast van 6 naar 18 antennes en van 2 naar 6 frequenties. Aangezien sandwichsterns van vis leven, bevindt die toren zich in het foerageergebied van die kolonie.

Is hetzelfde gebeurd met alle broedende Sandwich sterns in Nederland? Nee. Slechts 20 mijl van Waterdunen was een kleine, gezonde kolonie sterns in een natuurgebied genaamd Yerseke Moer. En van april tot juli, d.w.z. gedurende het hele broedseizoen van 2022, bloeide deze kolonie en werden er geen dode vogels gevonden. In tegenstelling tot De Petten en Waterdunen ligt dit reservaat op een relatief geïsoleerde plek, niet in de buurt van een grote haven en niet aan een scheepvaartroute. In totaal zijn er 35 4G-antennes op dit reservaat gericht van afstanden tot 8 mijl. Slechts twee van die antennes zijn sinds april toegevoegd.

Evenzo in Frankrijk hadden twee zeer grote kolonies sterns twee totaal verschillende ervaringen. In het natuurreservaat Platier d’Oye bij de haven van Calais begon een kolonie van 3.000 sandwichsterns in april met broeden. Op 20 mei werden de eerste 100 dode vogels ontdekt, en binnen enkele weken was de kolonie bijna volledig weggevaagd.

De situatie in Platier d’Oye is vergelijkbaar met die verder naar het noorden op Texel: in de maanden mei en juni zijn tientallen nieuwe 4G- en 5G-antennes in de buurt van het reservaat geplaatst. Er werden 3 nieuwe 4G-antennes en 6 nieuwe 5G-antennes toegevoegd aan een bestaande 90-voet celtoren die aan het reservaat grenst. Nog eens 6 nieuwe 4G-antennes en 6 nieuwe 5G-antennes werden toegevoegd aan een bestaande toren van 140 voet ongeveer twee mijl naar het zuidoosten. Nog eens 6 nieuwe 4G-antennes en 6 nieuwe 5G-antennes werden toegevoegd aan een bestaande 95-voet toren ongeveer twee mijl naar het oosten. Op dit moment zijn er het verbazingwekkende aantal van 355 antennes van alle soorten op 26 torens op 13 locaties variërend van 10 voet hoog tot 255 voet hoog binnen ¬¬¬ ongeveer 4 mijl van dit natuurgebied.

Een nog grotere kolonie – de grootste broedkolonie van Sandwich sterns in Frankrijk – heeft in het broedseizoen 2022 geen ziekte gekend. Het wordt de Polder de Sébastopol genoemd en herbergde enkele duizenden paren broedvogels. Maar net als Yerseke Moer ligt het op een geïsoleerd eiland met weinig menselijke bewoners. De landoppervlakte van het eiland is grotendeels gewijd aan parken, natuurreservaten en bezoekersaccommodaties. Geen van de antennes op de twee mobiele torens een halve mijl ten westen van de Polder zijn erop gericht. En hoewel er een groot aantal antennes op 1 tot 4 mijl afstand staan die rechtstreeks op de Polder zijn gericht, passeren er geen schepen voor de kust en worden deze antennes weinig gebruikt, behalve door bezoekers van het reservaat die de paden bewandelen.

Als men de details en de verschillende ervaringen bij bepaalde broedkolonies van deze vogels bekijkt, valt het officiële verhaal in duigen. Hoe valt het te rijmen dat zoveel vogels in enkele weken tijd op zo sterk verspreide plaatsen zijn uitgeroeid? Volgens de vogelbeschermingsorganisaties is de vogelgriep zo besmettelijk dat zij zich in enkele dagen verspreidt over heel Europa, maar is zij zo weinig besmettelijk dat een kleine kolonie sterns op 20 mijl afstand er ongestraft van afkomt. Vogelgriep verspreidt zich in een paar dagen van de ene kant van Nederland naar de andere, maar niet tussen twee Nederlandse kolonies die 20 mijl van elkaar verwijderd zijn, en niet tussen de twee grootste kolonies in Frankrijk?

Blijkbaar vinden de natuurbeschermingsorganisaties het ook niet vreemd dat plotseling en voor de allereerste keer, in 2022, de vogelgriep (a) de Sandwich sterns doodt en (b) optreedt tijdens hun broedseizoen. In de decennia dat we ze monitoren, heeft de vogelgriep nog nooit ergens ter wereld Sandwich sterns getroffen. En het is altijd een seizoensgebonden ziekte geweest, die alleen in de herfst en de winter voorkomt, en die tot 2022 nog nooit een soort wilde vogels in de lente en de zomer heeft getroffen. Ook heeft de ziekte nog nooit zoveel verschillende wilde vogelsoorten tegelijk getroffen — sterns, meeuwen, kluten, jan-van-genten, skua’s, zeekoeten, papegaaiduikers, scholeksters, eenden, ganzen, grutto’s, fazanten, eksters, ooievaars, kraanvogels, pelikanen, reigers, zwanen, leeuweriken, mussen, duiven, merels, uilen, aalscholvers, futen, duinkoningen, kraaien, raven, zeearenden, haviken, valken, gieren. Zowel de vogelorganisaties als de autoriteiten reageren reflexmatig door het dragen van maskers en pakken wanneer zij deze kolonies bezoeken en met dode vogels omgaan. Maar ze zouden zich eens moeten gaan afvragen wat de oorzaak is van zo’n ongekende catastrofe.

Het lijdt geen twijfel dat zieke vogels positief hebben getest op een virus met de naam H5N1. Maar wanneer elk testlaboratorium voortdurend fragmenten van dat virus amplificeert in onnoemelijk veel PCR-tests, moet men vermoeden dat de muren, vloeren, lucht, apparatuur en het personeel in de testlaboratoria met dit virus besmet zijn. Als men bedenkt dat monsters van een geit, een kwartel en een papaja, die naar het Nationaal Gezondheidslaboratorium van Tanzania waren gestuurd, alle positief terugkwamen voor COVID-19, moeten de resultaten van PCR-tests, of het nu voor mensen, vogels of fruit is, met de nodige voorzichtigheid worden bekeken. Ja, zowel vogels als mensen worden ziek en sterven, maar er is een andere voor de hand liggende factor die wordt genegeerd. De tendens om alle ziekten aan micro-organismen toe te schrijven, vernietigt onze wereld.

Het is de ongecontroleerde bestraling van onze wereld die ons doodt en alle vogels wegvaagt. Zowel 4G- als 5G-antennes worden sneller en in grotere aantallen dan ooit tevoren geplaatst, niet alleen op het land, maar zelfs aan de oppervlakte van de zee. Overal waar offshore-windmolenparken zijn, plaatsen de gsm-maatschappijen gsm-masten op die platforms. Zeevogels zullen weldra niet alleen geen plaats meer hebben om hun eieren te leggen en hun jongen groot te brengen, maar zij zullen zelfs niet meer naar hun voedsel kunnen jagen en hun jongen kunnen voeden zonder bestraald te worden. Het grootste bedrijf dat zendmasten op het zeeoppervlak bouwt, heet Tampnet. Hier is een kaart van al hun torens en hun dekkingsgebieden in de Noordzee en de Golf van Mexico: https://www.tampnet.com/coverage-maps

In 1918, op het hoogtepunt van de Spaanse griep, mislukten de pogingen van medische teams in Boston en San Francisco om de besmettelijke aard van de griep aan te tonen volledig. Zij verzamelden slijmerige afscheidingen uit de mond, neus, keel en bronchiën van zieke grieppatiënten in verschillende stadia van de ziekte en brachten deze afscheidingen over op de neuzen, kelen en ogen van honderden gezonde vrijwilligers. Zij injecteerden bloed van zieke grieppatiënten bij gezonde vrijwilligers. Ze lieten gezonde vrijwilligers neus aan neus zitten met ernstig zieke grieppatiënten terwijl ze met elkaar spraken en vervolgens hoestte de patiënt vijf keer rechtstreeks in het gezicht van de vrijwilliger. Geen van de vrijwilligers werd op enigerlei wijze ziek. Deze experimenten werden gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association, het Boston Medical and Surgical Journal, en Public Health Reports.

 Paarden kregen ook griep, en pogingen om griep van het ene paard op het andere over te brengen mislukten op vergelijkbare wijze. Als resultaat van deze experimenten schreef luitenant-kolonel Herbert Watkins-Pitchford dat hij geen bewijs kon vinden dat influenza ooit rechtstreeks van het ene paard op het andere was overgebracht.

Veel wetenschappers hebben in de loop der jaren geconstateerd dat griep, of het nu bij mensen, paarden, vogels of varkens voorkomt, een buitengewoon vreemde ziekte is. Niemand heeft ooit verklaard waarom de griep seizoensgebonden is, bijvoorbeeld. Of waarom griepepidemieën eindigen. Of waarom epidemieën buiten het seizoen zich niet verspreiden. Of waarom griepepidemieën in één keer over hele landen uitbreken, en net zo wonderbaarlijk weer verdwijnen, alsof ze plotseling verboden zijn. Of hoe menselijke griep zich in dagen over de wereld kan verspreiden, en dat altijd heeft gedaan, zelfs eeuwen geleden toen er nog geen vliegtuigen, auto’s, spoorwegen of stoomschepen bestonden. In de loop der jaren hebben ten minste 23 wetenschappers, waaronder Richard Shope, de wetenschapper die in 1931 voor het eerst het griepvirus identificeerde, papers gepubliceerd waarin de besmettelijke aard van de griep in twijfel wordt getrokken en/of waarin een elektrische oorzaak wordt gesuggereerd.

De hoofdstukken 7, 8 en 9 van mijn uiterst belangrijke boek, The Invisible Rainbow: A History of Electricity and Life, zijn gewijd aan een volledig, gedetailleerd onderzoek van de geschiedenis en de wetenschap van de griep. Hoofdstuk 16, het langste hoofdstuk in het boek, is gedeeltelijk gewijd aan de effecten van elektromagnetische straling op vogels.

Ik stel voor dat alle vogelbeschermingsorganisaties mijn boek aanschaffen en het aandachtig lezen.

Arthur Firstenberg, President

Cellular Phone Task Force

P.O. Box 6216
Santa Fe, NM 87502
USA
phone: +1 505-471-0129
arthur@cellphonetaskforce.org

July 28, 2022

De laatste 44 nieuwsbrieven, waaronder deze, zijn te bekijken op de Nieuwsbrieven pagina van de Cellular Phone Task Force. Sommige nieuwsbrieven zijn daar ook beschikbaar in het Duits, Spaans, Italiaans, Frans, Noors, en Nederlands. Te delen als PDF: Vogels op het eiland Texel.

Vertaling: wakkeremensen.org