Albert Szent-Györgyi: De Man Die Vitamine C Ontdekte

Albert Szent-Györgyi: De Man Die Vitamine C Ontdekte

Door: Paul Anthony Taylor – 18 september 2020

Dit jaar zou het de 127ste verjaardag zijn van Albert Szent-Györgyi, de wetenschapper die als eerste vitamine C isoleerde. Zijn werk, een van de vroege pioniers van het vitamine-onderzoek, werd in 1937 beloond met een Nobelprijs. Vanaf het begin was Szent-Györgyi echter van mening dat de medische wereld het publiek had misleid over de implicaties van zijn bevindingen. Hij bevestigde de opmerkelijke veiligheid van vitamine C en hield vol dat men er zonder enig gevaar eender welke hoeveelheid van kan innemen.

Albert Szent-Györgyi werd geboren in Boedapest, Hongarije, in 1893. Opgegroeid in een familie die drie generaties wetenschappers telde, raakte hij al op jonge leeftijd geïnteresseerd in wetenschap. Szent-Györgyi begon in 1911 medicijnen te studeren aan de Semmelweis Universiteit in Boedapest, maar zijn studie werd onderbroken door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Hij werd uitgezonden om als hospik in het leger te dienen, maar raakte al snel gedesillusioneerd over het conflict. Szent-Györgyi, een fervent voorstander van ontwapening en vrede, schoot zichzelf uiteindelijk opzettelijk in de arm, beweerde geraakt te zijn door vijandelijk vuur, en slaagde erin naar huis te gaan om zijn medische graad af te maken. Nadat hij in 1917 in Boedapest afstudeerde, ging hij verder studeren en onderzoek doen aan verschillende universiteiten in Europa. Hij bracht ook een jaar door in de Mayo Kliniek in de Verenigde Staten.

Ontdekking van vitamine C

Bij het bestuderen van oxidatiereacties die een bruine pigmentatie veroorzaken in bepaalde vruchten wanneer zij bederven, ontdekte Szent-Györgyi dat kool een reductiemiddel bevat (een stof die elektronen afstaat in een chemische reactie) dat deze reacties voorkomt. Hij ontdekte ook dat de bijnieren van dieren deze stof bevatten. Nadat hij de stof, die hij toen “hexuronzuur” noemde, had geïsoleerd, promoveerde hij in 1929 aan de Universiteit van Cambridge in Engeland.

Toen hij in 1930 naar Hongarije terugkeerde om professor in de medicinale chemie te worden aan de Universiteit van Szeged, ontdekte Szent-Györgyi dat lokale variëteiten van paprika (Hongaarse rode peper, Capsicum annuum) een rijke bron van hexuronzuur waren. Geholpen door Joseph Svirbely, een jonge Amerikaanse postdoctorale medewerker aan de universiteit, ging hij het zuur testen op zijn anti-scheurbuik eigenschappen.

Szent-Györgyi en Svirbely voerden een experiment uit met cavia’s, dieren waarvan reeds bekend was dat zij gevoelig waren voor scheurbuik. De helft van de cavia’s kreeg gekookt voedsel, waarvan Szent-Györgyi en Svirbely wisten dat het het hexuronzuur zou vernietigen, terwijl de rest een dieet kreeg dat met de stof was verrijkt. De dieren die gekookt voedsel kregen, ontwikkelden vervolgens schurftachtige symptomen en stierven, terwijl de dieren die het hexuronzuur kregen, het goed deden. Szent-Györgyi en Svirbely concludeerden dat hexuronzuur een doeltreffend middel was om scheurbuik te voorkomen en te behandelen. Als erkenning van zijn anti-scheurbuik werking, werd hexuronzuur omgedoopt tot ascorbinezuur en erkend als de essentiële voedingsstof vitamine C.

Szent-Györgyi identificeerde vervolgens fumaarzuur en andere moleculen die betrokken zijn bij wat later bekend zou worden als de Krebs-cyclus, een reeks reacties die de belangrijkste energiebron voor cellen vormen en een belangrijk onderdeel van de aërobe ademhaling. Hij kreeg in 1937 de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde voor zijn “ontdekkingen in verband met de biologische verbrandingsprocessen, met speciale verwijzing naar vitamine C en de katalyse van fumaarzuur”.

De medische wereld misleidde het publiek

Szent-Györgyi’s werk met cavia’s leerde hem dat er een breed scala van toestanden bestaat tussen gezondheid en scheurbuik. Hij stelde vast dat cavia’s die met beperkte hoeveelheden vitamine C werden gevoederd, weliswaar geen tekenen van scheurbuik vertoonden, maar dat hun voorraad vitamine sterk uitgeput raakte. Omdat hij inzag dat de medische wereld de implicaties hiervan niet begreep, besprak hij dit in een brief die hij in 1970 aan de tweevoudig Nobelprijswinnaar Linus Pauling stuurde (zoals beschreven in Pauling’s boek ‘How To Live Longer And Feel Better’ uit 1986).

Het lijkt opmerkelijk dat, zelfs een halve eeuw nadat Szent-Györgyi deze woorden schreef, de medische wereld nog steeds grotendeels onkundig wordt gehouden van zijn inzichten.

Een vroege pionier van het vitamine-onderzoek

Een van de vroege pioniers van het vitamine-onderzoek, Albert Szent-Györgyi overleed in 1986 op 93-jarige leeftijd. Als auteur van 11 boeken en meer dan 300 wetenschappelijke artikelen, heeft zijn werk over vitamine C de weg helpen effenen voor het baanbrekende onderzoek naar cellulaire geneeskunde dat vandaag de dag plaatsvindt in het Dr. Rath Research Institute.

In een inzicht in zijn denken over het proces van het maken van belangrijke vorderingen in de wetenschap, merkte Szent-Györgyi eens op dat “ontdekking bestaat uit het kijken naar hetzelfde als ieder ander en dan iets anders denken”. Voor een man die geloofde dat wetenschap een sterk morele component heeft, en dat zij is gebouwd op de menselijke inspanning van alle naties en mensen van alle kleuren en geloofsovertuigingen, moet de wetenschap dat zijn ontdekking van vitamine C de mensheid nog voor eonen ten goede zou komen, zeker diep bevredigend zijn geweest.

Paul Anthony Taylor

Vertaling: Martien / wakkeremensen.org