Rituelen & Symbolen van herboren tijd / Door Mircea Eliade

RITUELEN & SYMBOLEN van HERBOREN TIJD

Uit: Unesco Courier – Many Voices, One World

Door Mircea Eliade

Primitieve volkeren verdeelden de tijd in perioden zoals hitte en kou, droogte en regen, zaaien en oogsten, maar in een zeer vroeg stadium van de geschiedenis leidden deze indelingen tot het idee van een tijdelijke cyclus en dus tot het concept van het “jaar”.

Het begin van het jaar varieerde van land tot land en van tijdperk tot tijdperk, er worden voortdurend kalenderhervormingen doorgevoerd om de rituele betekenis van festivals te laten passen bij de seizoenen waarmee ze overeen moesten komen.

In de meeste primitieve samenlevingen staat het “nieuwe jaar” gelijk aan het opheffen van het taboe op de nieuwe oogst, die aldus eetbaar wordt verklaard voor de gehele gemeenschap. Dit betekent dat de “tijdverdelingen” worden bepaald door de rituelen die de vernieuwing van voedselreserves regelen, dat zijn de rituelen die het voortbestaan van de hele gemeenschap garanderen.

De aanneming van het zonnejaar als tijdseenheid is van Egyptische oorsprong.

De meerderheid van andere historische culturen (en Egypte zelf tot een bepaalde periode) had een jaar, zowel lunair als solair van 360 dagen (dat wil zeggen 12 maanden van elk 30 dagen), waaraan vijf extra dagen (de schrikkeldagen genoemd) waren toegevoegd.

Echter, noch de instabiliteit en hemelstreek als geografische breedte aan het begin van het Nieuwe Jaar, noch de verschillende lengtes toegeschreven door verschillende volkeren, waren in staat het belang te verminderen dat door alle naties aan het einde van de ene periode en het begin van een andere wordt gehecht. Deze opvatting van het einde en het begin van een tijdelijke periode, gebaseerd op de observatie van bio kosmische ritmes, maakte deel uit van een groter systeem – het systeem van periodieke regeneratie van leven, uitgaande van een nieuwe schepping of symbolische herhaling van de kosmos.

EEN ZONDEBOK VOOR DE ZONDE

Het einde van een jaar werd gekenmerkt door een aantal rituelen: vasten, collectieve ceremoniële wassingen en zuivering; het vuur doven en ritueel weer ontsteken. In het tweede deel van de ceremonie: de verdrijving van ‘demonen’ – door middel van geluiden, kreten, slagen of door het verdrijven van een dier (de zondebok van de Israëlieten – Levieten 16) of van een man/mens, (Mamurius Veturius in Rome), beschouwd als het materiele voertuig waardoor de zonden van de gemeenschap tot buiten de grenzen werd verwijderd. Er waren vaak ceremoniële gevechten tussen twee groepen acteurs, of collectieve orgieën, of processies van gemaskerde mensen (die de zielen van de voorouders of de goden vertegenwoordigden).

Op veel plaatsen leeft nog de overtuiging dat aan het einde van het jaar de zielen van de doden terugkeren naar de aarde en de levenden een bezoek brachten. De geesten (spirits) vereren hen een aantal dagenlang, waarna ze in processie naar de buitenwijken van dorp/plaats worden geleid of eruit worden verdreven.

VAN CHAOS NAAR KOSMOS

Natuurlijk treffen wij al deze elementen zelden op gelijke voet bij elkaar.

In bepaalde samenlevingen overheersen de ceremonies van het doven en nieuw leven inblazen van het vuur; bij andere is het de uitdrijving van demonen en ziekten of de uitdrijving van de “zondebok” in dierlijke of menselijke vorm. Maar de betekenis van de hele ceremonie, evenals die van de samenstellende elementen is voldoende duidelijk – met de verdeling van tijd in eenheden of ‘jaren’ zijn wij niet alleen getuige van het definitieve einde van een tijdsinterval en het begin van een ander, maar ook het volledige wegvegen van het voorgaande jaar en van de afgelopen tijd.

Dit is ook de betekenis van zuiveringsrituelen – om de zonden en fouten van het individu en van de gehele gemeenschap weg te branden en teniet te doen – niet louter een ‘zuivering’. Regeneratie zoals de naam aangeeft, is een nieuwe geboorte. De jaarlijkse uitdrijving van zonden, ziekten en demonen is in feite een poging om de ‘zuivere’, oorspronkelijke tijd te herstellen – met andere woorden, het ‘moment’ (ogenblikkelijke) van de Schepping.

Ieder nieuw jaar is een hervatting van de tijd vanaf het begin, dat wil zeggen een herhaling van de oorsprong van het Universum.

Het rituele gevecht tussen twee groepen acteurs, de terugkeer van de doden, de uitspattingen (b.v. saturnaliën uitbundig gevierd Romeins feest) en de orgieën zijn zoveel elementen die duiden dat aan het einde van een jaar en in afwachting van het nieuwe jaar is er een herhaling van het mythische moment van de overgang van chaos naar kosmos.

Het ceremonieel voor het Babylonische nieuwjaar, de akitu, is in dit opzicht voldoende sluitend en kan tot in de verste oudheid worden herleid.

Zijn ideologie en rituele structuur bestonden al in de Sumerische periode en het systeem van de akitu is geïdentificeerd uit de Akkadische tijd in de bronstijd. Wij hebben dus te maken met documenten van de oudste beschaving die de geschiedenis kent, waarin het soevereine een aanzienlijke rol speelde. Hij werd beschouwd als de zoon en vertegenwoordigers van de Godheid op Aarde en was als zodanig verantwoordelijk voor de regelmaat van de ritmes van de natuur en voor het welzijn van de hele samenleving.

Daarom is het niet verrassend dat de koning een prominente figuur was in de ceremonie van het nieuwe jaar. Op de koning viel de plicht te zorgen voor de ‘wedergeboorte’ van de tijd.

(Het koning-zijn was in oudere tijden iets geheel anders dan wat het later is geworden.

Het betekende toen: priester, ingewijde, leider, herder.)

In de loop van de akitu-ceremonie, die twaalf dagen duurde, werd het zogenaamde Epos van de Schepping, Enume elish, plechtig gereciteerd. Dit ritueel was echt een weer opvoerenvan het gevecht tussen de God Marduk en het zeemonster Tiamat, een fabelachtige strijd die had plaatsgevonden “voor het begin van de jaren” en welke een einde heeft gemaakt aan de chaos door de uiteindelijke overwinning van de God.

Marduk had het Universum geschapen uit fragmenten van het verscheurde lichaam van Tiamat en de mens geschapen uit het bloed van demon Kingu (Tiamat’s krachtigste bondgenoot). Dat deze herdenking in feite een heropvoeren of her verwezenlijken van de Schepping is, wordt bewezen zowel door de rituelen als door de formules gereciteerd tijdens de ceremonie.

Het gevecht tussen Tiamat en Marduk werd nagebootst door een gevecht tussen twee groepen acteurs. De ceremonie was ook een kenmerk van de aangrijpende nieuwjaarsvieringen onder de Hethieten, in Egypte, en bij Ras Shamra, maar dit gevecht was meer dan een gedachtenisviering van het originele duel tussen Marduk en Tiamat; het was, een eigentijdse versie van de Schepping.

Binnen het kader van hetzelfde akitu-ceremonieel was sakmuk, “het festival van de Schikgodinnen’, waarin voortekenen voor elk van de twaalf maanden in het jaar werden bepaald. Deze kwamen overeen met het creëren van de komende twaalf maanden. Marduk ’s afdaling naar wat de hel werd genoemd,  gekenmerkt door een periode van rouw en vasten voor de hele gemeenschap en deemoediging voor de koning, een ritueel dat deel uitmaakte van een enorm carnaval systeem. Het was ook in de tijd dat uitdrijving van zonden plaatsvond via een zondebok. De cyclus werd afgesloten met het heilige huwelijk tussen de god en de godin Sarpanîtû.

SLAVEN WORDEN DE MEESTERS

Wij zien dus dat het Babylonische nieuwjaarsfeest bestond uit een reeks riten, tot strekking hebbend verleden tijd af te schaffen, de oorspronkelijke chaos te herstellen en de schepping van het Universum na te doen:

  • De eerste akte vertegenwoordigde de overheersing van Tiamat en betekende dus een terugkeer naar de mythische periode vóór de schepping. Dit omvatte de troonsbestijging van een “carnaval koning”, de deemoediging van de echte soeverein en de volledige omkering van de sociale orde – (de slaven werden de meesters en vice versa). Elk kenmerk suggereert universele verwarring, afschaffing van orde en hiërarchie, “orgie” en chaos.
  • De Schepping van de wereld, die in mythische tijden had plaatsgevonden, werd zo ieder jaar nagedaan.
  • De mens naam rechtstreeks, doch in beperkte mate deel aan dit kosmische proces. (Gevecht tussen de twee groepen acteurs die Marduk en Tiamat vertegenwoordigen).
  • Het “festival van de Schikgodinnen” was een ander symbool van de Schepping, aangezien het de “bestemming” van elke maand besliste.
  • Het rituele huwelijk vertegenwoordigde de “wedergeboorte” van de wereld en van de mensheid.

De symbolische herhaling van het deel van de Schepping voor het festival van het Nieuwe Jaar is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven onder de Mandeeërs van Irak en Iran. (zie onderstaande link) De Perzische Tataren beginnen het Nieuwe Jaar nog steeds door zaden te planten in een pot vol aarde; zij zeggen, dit, wordt gedaan ter nagedachtenis aan de schepping.

Deze gewoonte is in overeenstemming met het algemene Perzische systeem, aangezien Nawrôz (het Perzische Nieuwjaar) de dag herdenkt waarop de wereld en de mens werden geschapen. De “vernieuwing van de schepping” vindt plaats op de dag van Nawrôz, zegt de Arabische historicus Albîrunî.

“Dit is een nieuwe dag van een nieuwe maand van een nieuw jaar”, zou de koning verkondigen, “wat tijd heeft verbruikt, moet worden vernieuwd.”

Het was ook de dag waarop de “lotsbestemming” van de mens voor het hele jaar werd vastgelegd. Ontelbare vuren en lichten werden ontstoken in de nacht van Nawrôz en er werden drankoffers gedaan om het komende jaar overvloedige regenval te garanderen. Het was ook de gewoonte dat iedereen zeven soorten zaad in een pot zaaide en “uit de groei trok men conclusies over de aard van de oogst van het jaar”. Deze gewoonte was vergelijkbaar met het “vaststellen van de Schikgodinnen” die het Babylonische nieuwjaar markeerde en is tot de dag vandaag bewaard gebleven in de ceremonies voor het nieuwe jaar van de Mandeeërs en de Jeziden in Klein-Azië.

De twaalf dagen tussen Kerstmis en Driekoningen worden eveneens nog steeds beschouwd als een voorspelling voor de komende twaalf maanden.

Boeren in Europa voorspellen het weer en de regen voor elke maand op basis van de omstandigheden gedurende die twaalf dagen.

De Indianen en de Vedische periode waren van mening dat de twaalf middelste dagen van de winter een beeld en replica vormen/uitmaken van het hele jaar.

TWAALF DAGEN VAN DE SCHIKGODINNEN

Bijna alle Indo-Europese volkeren bezaten vanaf de allereerste tijden rituele dramatiseringen van nieuwjaarsmythen die een zekere gelijkenis vertonen met de oude systemen in het Nabije Oosten. Maar soortgelijke dramatiseringen zijn te vinden in China, in Japan, bij bepaalde Noord-Amerikaanse stammen en andere. De doden keren terug onder de levenden; het vuur wordt gedoofd en nieuw leven ingeblazen; jongens worden ingewijd; er is een processie met carnavalsmaskers; rituele gevechten vinden plaats tussen rivaliserende groepen; er is een uitbarsting van erotiek; de komende twaalf maanden worden voorspeld op basis van de “lotsbeschikking” van de twaalf dagen.

Elk van deze rituelen heeft dus zijn specifieke betekenis, en ze dragen allemaal bij aan het opbouwen van een systeem waarvan de aspecten de afschaffing van het verleden en een terugkeer naar “chaos” omvatten (duisternis, losbandigheid, afschaffing van rang, enz.), gevolgd door een nieuwe schepping, dat wil zeggen door een herhaling van de kosmologie.

Het nieuwe jaar drukt het diepgewortelde verlangen van de mens uit naar regeneratie door Tijd te regenereren en het universum als geheel om nieuw leven te beginnen in een nieuwe schepping (Aarde), met andere woorden, om van misvattingen te worden gezuiverd en dwalingen van allerlei aard.

https://en.unesco.org/courier/1955-december/rituals-symbols-time-reborn

https://nl.wikipedia.org/wiki/Mircea_Eliade

Vertaling Anja – 2 februari 2021