The Art of War – 15 juni 2021

Het Amerikaanse Rijk van het Westen
Zetten Troepen in voor de Strijd

Manlio Dinucci, 15 juni 2021

Gisteren vond in het hoofdkwartier in Brussel de NAVO-Top plaats: de Noord-Atlantische Raad op het hoogste niveau van staatshoofden en regeringsleiders. Hij werd formeel voorgezeten door secretaris-generaal Jens Stoltenberg, de facto door de president van de Verenigde Staten Joseph Biden, die naar Europa was gekomen om zijn bondgenoten op te roepen de wapens op te nemen in het wereldwijde conflict tegen Rusland en China. De NAVO-Top werd voorafgegaan en voorbereid door twee politieke initiatieven met Biden als hoofdrolspeler – de ondertekening van het Nieuw Atlantisch Handvest en de G7 – en zij zal worden gevolgd door de ontmoeting van president Biden met de president van de Russische Federatie Vladimir Poetin op 16 juni in Genève. De uitkomst van de ontmoeting wordt ingeluid door de weigering van Biden om de gebruikelijke afsluitende persconferentie met Poetin te houden.

Het Nieuw-Atlantisch Handvest werd op 10 juni in Londen ondertekend door de president van de Verenigde Staten en de Britse premier Boris Johnson. Het is een belangrijk politiek document waaraan onze media weinig belang hebben gehecht. Het historische Atlantisch Handvest – ondertekend door de Amerikaanse president Roosevelt en de Britse premier Churchill in augustus 1941, twee maanden nadat nazi-Duitsland de Sovjet-Unie was binnengevallen – formuleerde de waarden waarop de toekomstige wereldorde met garantie van de “grote democratieën” zou worden gebaseerd: vooral het afzien van het gebruik van geweld, de zelfbeschikking van volkeren en hun gelijke rechten op toegang tot hulpbronnen. De latere geschiedenis heeft aangetoond hoe deze waarden werden toegepast. Nu wordt in het “nieuw leven ingeblazen” Atlantisch Handvest opnieuw de verbintenis bevestigd om “onze democratische waarden te verdedigen tegen hen die deze trachten te ondermijnen”. Daartoe verzekeren de VS en Groot-Brittannië hun bondgenoten dat zij altijd zullen kunnen rekenen op “onze nucleaire afschrikkingsmiddelen” en dat “de NAVO een nucleaire alliantie zal blijven”.

De G7-top, die van 11 tot 13 juni in Cornwall werd gehouden, beval Rusland “een einde te maken aan zijn destabiliserende gedrag en zijn kwaadaardige activiteiten, waaronder zijn inmenging in de democratische stelsels van andere landen”, en beschuldigde China van “niet-marktbeleid en -praktijken die de eerlijke en transparante werking van de wereldeconomie ondermijnen”. Met deze en andere (in Washington’s eigen woorden geformuleerde) beschuldigingen hebben de Europese mogendheden van de G7 – Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en Italië, die tegelijkertijd de belangrijkste Europese NAVO-mogendheden zijn – zich vóór de NAVO-top aan de zijde van de Verenigde Staten geschaard.

De NAVO-Top werd geopend met de verklaring dat “onze relatie met Rusland zich op het dieptepunt bevindt sinds het einde van de Koude Oorlog. Dit is te wijten aan de agressieve acties van Rusland” en dat “de militaire opbouw, de groeiende invloed en het dwangmatige gedrag van China ook een aantal uitdagingen vormen voor onze veiligheid”. Een ware oorlogsverklaring die, door de werkelijkheid op zijn kop te zetten, geen ruimte laat voor onderhandelingen om de spanning te verminderen.

De top heeft een “nieuw hoofdstuk” geopend in de geschiedenis van het bondgenootschap, gebaseerd op de “NAVO 2030”-agenda. De “trans-Atlantische band” tussen de Verenigde Staten en Europa wordt versterkt op alle niveaus – politiek, militair, economisch, technologisch, ruimte, en andere – met een strategie die zich op wereldschaal uitstrekt van Noord- en Zuid-Amerika tot Europa, van Azië tot Afrika. In deze context zullen de VS binnenkort nieuwe kernbommen en nieuwe middellange-afstandsraketten inzetten in Europa tegen Rusland en in Azië tegen China. Vandaar het besluit van de top om de militaire uitgaven verder te verhogen: de Verenigde Staten, waarvan de uitgaven bijna 70% van het totaal van de 30 NAVO-landen bedragen, zetten de Europese bondgenoten onder druk om deze uitgaven te verhogen. Sinds 2015 heeft Italië zijn jaarlijkse uitgaven met 10 miljard verhoogd, waardoor deze in 2021 ongeveer 30 miljard dollar zullen bedragen (volgens de gegevens van de NAVO), de vijfde natie in volgorde van grootte onder de 30 NAVO-landen, maar het te bereiken niveau is meer dan 40 miljard dollar per jaar.

Tegelijkertijd wordt de rol van de Noord-Atlantische Raad versterkt. Het is het politieke orgaan van het bondgenootschap, dat niet bij meerderheid beslist, maar altijd “unaniem en in onderlinge overeenstemming” volgens de regels van de NAVO, dat wil zeggen in overeenstemming met wat in Washington wordt besloten. De versterkte rol van de Noord-Atlantische Raad betekent een verdere verzwakking van de Europese parlementen, met name van het Italiaanse parlement, dat nu al verstoken is van echte beslissingsbevoegdheid over het buitenlands en militair beleid, aangezien 21 van de 27 EU-landen tot de NAVO behoren.

Niet alle Europese landen staan echter op hetzelfde niveau: Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland onderhandelen met de Verenigde Staten op basis van hun eigen belangen, terwijl Italië tegen zijn eigen belangen in instemt met de besluiten van Washington. De economische tegenstellingen (bijvoorbeeld de tegenstelling over de North Stream pijpleiding tussen Duitsland en de VS) komen op de achtergrond van het hogere gemeenschappelijke belang: ervoor zorgen dat het Westen zijn dominantie behoudt in een wereld waar nieuwe staats- en sociale subjecten opkomen of opnieuw opkomen.

(il manifest, 15 juni 2021)

Nederlandse Vertaling: Martien