De geschiedenis van lichtwerkers (2) / Door Pamela Kribbe

De geschiedenis van lichtwerkers (2)

De geschiedenis van lichtwerkers deel 1
De kosmische oorsprong
Pamela channelt Jeshua
Lichtwerkers incarneren op aarde
Toen jullie op aarde incarneerden, waren jullie net begonnen met de overgang van een egogecentreerd bewustzijn naar een hartgedragen bewustzijn. We hebben daarin vier fasen onderscheiden. Jullie kwamen in fase 1 terecht toen jullie in jezelf het verlangen gewaar werden naar ‘iets anders’.
Jullie waren in de eerder beschreven galactische strijd steeds bezig met macht. Jullie waren daar letterlijk van vervuld: de machtsstrijd gaf doel en betekenis aan jullie leven. Winnen, verliezen, strategieën uitdenken, manipulatie, je tegenstander te slim af zijn…… dat soort aspecten boeiden jullie lange tijd. In de lijn van deze fascinatie, gebruikten jullie in het ‘project aarde’, dat op gegeven moment gestalte kreeg, de mens als een stroman, een instrument voor jullie oorlogszuchtige intenties. Alle galactische rijken deden hieraan mee.

Toen de ontwikkelingen op aarde echter meer hun eigen dynamiek kregen, raakten jullie geleidelijk aan terecht in de positie van toeschouwer. Jullie observeerden wat er zich op aarde voltrok. Jullie zagen dat de mens zich ontwikkelde tot iets wat jullie zelf reeds tot in detail uitontwikkeld hadden. Jullie waren al geraffineerd in jullie methodes van verovering en (psychische) manipulatie. De zich ontwikkelende mens, met name het menselijk ego, stond wat dat betreft nog in de kinderschoenen.

De mens stond aan het begin van de bewustzijnsfase, waarin het domein van het ego verkend wordt en een egogecentreerd bewustzijn wordt ontwikkeld. Deze fase is een onderdeel van de bewustzijnsevolutie in ons universum en als zodanig noch goed noch slecht.
Toen jullie (lichtwerkers) in de toeschouwerrol belandden, maakten jullie je langzamerhand los van de egofase. Het verwerven van macht en invloed vervulde jullie niet meer zo, het voldeed niet meer. Er was een leegte ontstaan in jullie bewustzijn, een verlangen naar iets anders, een dieper soort bevrediging. In feite zochten jullie naar een andere, meer bevredigende vorm van creativiteit. Een vorm van creatief zijn waarbij je niet louter bezig bent met het ‘verschuiven van machtsenergie’ tussen de verschillende partijen (waarbij je soms winnaar, soms verliezer bent).
Er ontstond in jullie een verlangen naar een vorm van scheppend zijn die het leven respecteert en de levende wezens op natuurlijke wijze laat groeien en bloeien. Jullie zagen in dat creëren met macht destructief is, in de zin dat het steeds ‘het andere’ wil veroveren en toe-eigenen. Macht wil bedwingen en assimileren. Er kan zo niets nieuws ontstaan. Als je het leven manipuleert en omvormt naar je eigen beeld en het gebruikt voor je eigen invloed, dan creëer je steeds meer van hetzelfde. Machtsvermeerdering is uiteindelijk dodelijk saai. Jullie zagen dit in en zochten naar nieuwe wegen, naar een andere manier van omgaan met je omgeving.
Als het egobewustzijn aan het eind komt van zijn exploraties, in de zin dat het alle aspecten van dat bewustzijn vele malen heeft beleefd, ontstaat er in het zielebewustzijn een verlangen naar werkelijk scheppend zijn. Scheppend zijn is jullie wezen, en dat blijft het, in welke fase van ontplooiing jullie je ook bevinden. In de egofase waren jullie scheppend op een andere wijze. Jullie verkenden de mogelijkheid van het ontkennen van jullie eigen diepste aard. Jullie creëerden daarbij een heel scala aan emoties. In veel van deze creativiteit zat in wezen destructiviteit, maar op een bepaalde manier zit in destructiviteit ook een vorm van creativiteit, of misschien beter gezegd een vervormde creativiteit. Aan het einde van de egofase herinnerden jullie je oorspronkelijke creativiteit, jullie goddelijkheid. In jullie ontstond een verlangen, een herinnering, een heimwee…
Op dat punt beseften jullie dat, mede als gevolg van jullie invloeden, de aarde hetzelfde traject ging afleggen als jullie hadden gedaan in jullie egofase. Dit vervulde jullie met grote schrik, spijt en schuld. Want juist op aarde lagen er mogelijkheden voor een uitbundige groei en bloei van allerlei bewustzijnsvormen. Jullie voelden dat jullie die ontkiemende vormen min of meer hadden verstikt in jullie manipulaties. Hierover heersten in jullie gemoed gevoelens van inkeer en wroeging. Vanuit die gemoedstoestand besloten jullie zelf in het menselijke ras te incarneren. Velen van jullie incarneerden op aarde om de structuren van onmacht, die jullie zelf mede hadden aangebracht, van binnenuit te overwinnen en omver te werpen.
Ziehier hoe de materiële wereld een spiegel vormt van bewustzijnsontwikkelingen in de ziel. In feite waren jullie lichtwerkers begonnen aan een innerlijk bewustwordingsproces, waarbij jullie jezelf wilden zuiveren van egogebaseerde energie. De aarde vormde een geschikt toneel waarop jullie deze ontwikkeling konden volvoeren. Datgene waarmee jullie in het reine wilden komen, de energie van machtsexpansie en ego, kwamen jullie namelijk tegen in jullie eigen gemanipuleerde creatie: de mens.
De bewustzijnsontwikkeling die jullie met jullie incarnatie op aarde begonnen, was ten diepste het aangaan van de strijd met jullie eigen donkere kanten. Ten grondslag aan deze zware beproeving lag de intentie om verantwoordelijkheid te nemen voor de egogecentreerde aspecten in jullie zelf en de consequenties daarvan voor het leven waarop jullie macht hadden uitgeoefend.
Toen jullie naar de aarde kwamen om te incarneren in mensenlichamen, waren jullie geenszins vrij van de energieën die jullie wilden overwinnen. Dit bleek uit het feit dat jullie in eerste instantie geneigd waren om te vechten tegen de daar bestaande egostructuren. Jullie wilden die omverwerpen, maar zonder dat jullie het wisten gingen jullie daarbij vervallen in strijd- en vechtenergie, een methode van het ego. Je ziet dus dat jullie je eigenlijk nog onbewust waren van de werkelijke strekking van een hartgedragen bewustzijn. Dit bewustzijn is niet een bewustzijn van het goede dat strijdt tegen het kwade. Het is een bewustzijn dat beide werkelijkheden (van licht en donker) ontstijgt. Het is een bewustzijn dat afstand doet van de idee dat strijd tot oplossingen kan leiden (voor wat dan ook).
Er was in jullie ziel weliswaar een verlangen gegroeid naar een niet-strijdende manier van omgaan met je omgeving. Er was een soort leegte in jullie bewustzijn gekomen, een opening naar iets nieuws. Maar er was nog geen ervaring met het daadwerkelijk belichamen van en gestalte geven aan dat nieuwe bewustzijn. Dus gingen jullie allemaal ‘fouten’ maken (fouten in de zin van terugvallen in een vorm van bewustzijn die je wilt verlaten).
Elk wezen dat een spiegel vormde van jullie eigen ego-energie, trachtten jullie te veranderen of te bekeren. In wezen werd jullie in de ontmoeting met agressieve, gewelddadige energieën een spiegel getoond, waarin jullie konden waarnemen in welke opzichten jullie zelf nog gebonden waren aan het egogecentreerde bewustzijn. Maar in plaats van jezelf te veranderen, probeerden jullie de wereld, ‘de anderen’, te veranderen.
Heel lang dachten jullie als lichtwerkers dat jullie hier waren om de wereld te veranderen. Maar pas als het inzicht ontluikt dat je hier bent om jezelf te transformeren, kan er daadwerkelijk iets veranderen: in jou, en in de tweede plaats (als bijeffect) in je omgeving. Toen jullie hier incarneerden, stonden jullie aan het begin van een nieuwe bewustzijnsontwikkeling. En de aarde werd jullie strijdterrein. Dat waar jullie mee vochten, het ‘kwaad’, was in feite de egogecentreerde energie die nog zo duidelijk in jullie zelf zat.
Hoewel jullie begrepen dat bevrijding niet kan ontstaan vanuit het ego, maar alleen vanuit het hart, was jullie houding ten opzichte van het kwaad gedurende lange tijd één van vechten. Dit riep uiteraard een tegenreactie op van degenen die de machtsposities bekleedden op aarde. Lichtwerkers zijn eeuwenlang vervolgd. De ‘gevestigde orde’, waar de macht en autoriteit berustte, keerde zich vaak tegen jullie. Jullie hebben dat in jullie ziel ervaren als een niet welkom zijn in allerlei samenlevingen en gemeenschappen. Lichtwerkers werden vaak verbannen en leidden een geïsoleerd en eenzaam bestaan. Dit creëerde in jullie een gevoel van onmacht en op den duur ook slachtofferschap of martelaarschap.
Toch kun je dit uitgestoten worden zien als de spiegel van een innerlijk proces: het uitgespuwd worden door je eigen ego-energie. Jij wordt uitgespuwd door de strijdenergie in jezelf. Je komt namelijk iets brengen wat voor het ego niet welkom is, namelijk vreedzaamheid en compassie. Het ego keert zich tegen het hart. Het voert een doodstrijd. Weerspiegeld door: de gevestigde orde keert zich tegen de lichtwerkers. Het wil de bedreiging elimineren.
Pas wanneer jullie, als lichtwerkers, de strijd opgeven, zal de gemeenschap jullie niet meer verstoten. De strijd opgeven wil zeggen: inzien dat strijdenergie een energie van het ego is, en het daarom loslaten. Het betekent ook: het idee van ‘good and bad guys’ opgeven, het oordeel loslaten. Jullie hebben heel lang gedacht dat je een gevecht moest leveren met het ego (in jezelf en in de wereld). Pas in deze tijd gaan jullie inzien dat het zo niet werkt. Jullie zijn bezig de werkelijke consequenties van een hartgedragen bewustzijn op jullie in te laten werken en te doorvoelen. Dit is een ontzagwekkend gebeuren, dat wereldwijd effecten zal hebben.
En dat was wat Christus eigenlijk ook wilde vertellen. Dat het niet gaat om een strijd tussen goed en kwaad. Dat het niet gaat om een gevecht. Dat het gaat om het vinden van een innerlijk punt, diep in jezelf, dat niets te maken heeft met goed en kwaad. Een punt waarin je samenvalt met God, met de goddelijke creatieve kern die jij bent. Vanuit die kern laat je vanzelf alles wat leeft, groeit en bloeit, zijn wat het is. Dit is namelijk de natuur van je goddelijke zelf. Jouw diepste wezen is levengevend.
Het ego is in wezen niet creatief, het is destructief, maar het maakt wel schijncreaties. De oplossing is niet die te bevechten, maar een punt in jezelf te zoeken van waaruit het niet nodig is om schijncreaties te maken.
Dit inzicht, dit christusbewustzijn, begint nu te ontwaken. Het heeft lang geduurd voordat jullie tot dat inzicht zijn gekomen. En nog zijn veel van jullie lichtwerkers verwikkeld in een ‘gevecht met het kwaad’. De vele levens die jullie hebben geleid, waarin jullie werden vervolgd, verstoten en geridiculiseerd hebben hun sporen nagelaten in jullie ziel. Veel van jullie dragen innerlijke wonden mee, die diep zijn en tijd nodig hebben om te genezen. Het is een uitputtingsslag geweest, innerlijk, om vrij te komen van dat ‘kwaad in jezelf’, de energieën van macht, controle en angst, en te begrijpen dat je die niet overwint door ze te willen vernietigen.
De overgang naar een hartgedragen bewustzijn is een zo diepe paradigmawisseling, dat het veel tijd (lees: ervaring) kan kosten voordat de ware aard ervan tot een menselijk bewustzijn doordringt. Alle stappen van deze overgang willen wij beschrijven, in deze reeks channelings, opdat duidelijk moge worden wat dat nu eigenlijk betekent: een bewustzijn gefundeerd in liefde.
Er is zoveel verwarring over liefde. De kern van een hartgedragen bewustzijn is liefde voor het zelf. Liefde en herkenning van je eigen goddelijke zelf. Vanuit de ervaring van zelfliefde wordt alles duidelijk. Vanuit de ervaring van je eigen goddelijke aard, hoef je niet meer zoveel uit te leggen aan het verstand. De realiteit van een hartgedragen (ofwel liefdes) bewustzijn hoeft dan niet via het denken en redeneren helemaal uitgespit te worden.
Zoek die ervaring in jezelf, in je eigen hart, en alles valt op zijn plaats. Dit is dezelfde ervaring als het geraakt zijn, het bewogen zijn door de christusenergie. De energie van Jezus Christus is de energie van een zelfgerealiseerd mens, van iemand die zich van zijn eigen goddelijke kern bewust is, van iemand die vrij is van strijdenergie. Velen van jullie, velen van de lichtwerkers, zijn geraakt door de energie van Jezus, als inspiratiebron. De energie van Christus is de energie van je eigen toekomstige zelf.
© Pamela Kribbe