Waar gebeurd verhaal: Het wonder dat ophield / van Margreet de Carpentier

Waar gebeurd verhaal, van Margreet de Carpentier om de angst voor de dood weg te nemen. Uit het boek lessen van een engel.
Het wonder dat ophield
Karin, een goede bekende van mij, kwam voor een behandeling op de behandeltafel. Zij was zwanger en had wat gevloeid. Ik mocht de aura openen en schoonmaken, maar moest hem meteen weer sluiten in verband met de bescherming van het kleine kindje.
Daarna gaf ik haar een healing. Ik voelde toen dat er via mij aan de baarmoeder werd gewerkt door Doktor ( werkt vanuit het licht), andere artsen en de lichtwezens. Het kindje werd tijdens de behandeling goed in de baarmoeder geplaatst.

Het was een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Ik wist dat als Karin veertien weken zwanger was, dat het dan pas zeker zou zijn dat het kindje voldragen zou kunnen worden. Karin vertelde de volgende dag aan mij dat ze voelde dat ik meer wist dan ik haar vertelde. Telkens als ik haar zag, vertelde zij: “Als ik veertien weken zwanger ben, dan mag ik van mijzelf wat kopen voor het kindje.” Onbewust voelde ze dat het dan pas veilig was. En een dag na de veertiende week heeft ze inderdaad voor het eerst wat voor het kindje gekocht en ze vertelde dat ze nu voor het eerst gerust was dat het helemaal goed zat met het kleintje. Karin kwam die dag voor een behandeling en ik mocht toen vertellen dat op 1 mei een spirituele operatie aan de baarmoeder had plaatsgevonden, dat het kindje op die dag in de baarmoeder geplaatst was, omdat het buiten de baarmoeder groeide, zodat ze het kindje kon behouden, maar dat ze niets mocht weten voordat het zeker was dat het zich goed zou nestelen en het geen miskraam zou worden. De zwangerschap ging perfect. Alles was steeds goed, de bloeddruk, het gewicht van de moeder, er was weinig ongemak.
Op 26 september mocht ik met Karin mee naar de verloskundige. Karin had een knobbeltje in haar borst en onder haar oksel. De verloskundige vertelde haar dat het een melkkliertje kon zijn, maar als zij er last van zou houden, raadde zij aan om naar de dokter te gaan. Kort daarna stopte zij met werken en werd de pijn minder. In week drieëndertig van de zwangerschap kreeg ze meer pijn. Zij heeft toen meteen een afspraak bij de dokter gemaakt en binnen enkele dagen kon ze bij de oncoloog terecht. Daar deden ze een punctie in haar borst en in haar oksel.

Op 29 oktober kreeg ze de uitslag: borstkanker met uitzaaiingen. Grote schrik en verdriet. Ik heb heel voorzichtig aan Karin gevraagd of ze wilde dat ik haar elke dag even zou magnetiseren, er waren namelijk mensen in haar omgeving die daar niet zo veel waarde aan hechtten. Zij wilde dat wel, want ze ging ervan uit dat alle beetjes helpen.

Zij en haar man hadden besloten om vóór week zesendertig niet te proberen om de weeën op te wekken en om voor die tijd niets te laten onderzoeken en te ondernemen tegen de kanker om het kindje een zo groot mogelijke kans te geven om goed te kunnen groeien.
Een keizersnede was een andere optie, maar dan kon na drie weken pas begonnen worden met de chemokuur, omdat de buikwand eerst moest genezen. Na een normale bevalling mocht de chemokuur na één week al gestart worden, dus dan was er geen tijdverlies.

Het echtpaar koos voor het laatste. De arts wilde toch nog even onderzoeken of de baarmoedermond al rijp was en tot grote vreugde van iedereen bleek dat zo te zijn, maar toen we terugkeken, is de baarmoeder al op 6 november gaan werken, nadat Karin op de behandeltafel was geweest. Vanaf die tijd kreeg ze ook harde buiken. Daarna is het kindje explosief gaan groeien. Ik zag haar buik per dag dikker worden alsof er een inhaalslag aan de gang was. Karin zei dat ze het idee had dat de baby haar wilde helpen om eerder geboren te worden.

Ze vertelde dat zij het zo vreemd vond dat zij en haar man, ondanks alles, zo goed konden slapen, maar ik vond dat niet zo vreemd, omdat ik wist dat Raphaël en andere lichtwezens s ’nachts een paar keer in de week langsgingen om rust, ontspanning en energie te brengen (het verborgen lichtwerk).
Op 6 november was Karin vijfendertig weken zwanger en heb ik haar weer gemagnetiseerd. Zij was er erg rustig en ontspannen van geworden. Ze had ‘s nachts fantastisch geslapen, had minder pijn in haar arm en merkte dat ze veel meer energie had.
Op 11 november was ik nog even bij haar en ik zag dat de buik nu toch wel erg veranderde, maar zelf vond ze van niet.
Op 12 november hadden zij een controle-afspraak bij de gynaecoloog. Karin mocht van de gynaecoloog terug naar huis en 13 november zou ze om acht uur weer in het ziekenhuis zijn, want dan zouden ze de weeën gaan opwekken. Zij dacht dat ze die nacht nog lekker kon slapen, maar ik wist al dat ze rond drie uur ’s nachts naar het ziekenhuis zou gaan.

Op 13 november, tussen de middag, is zonder hulpmiddelen de kleine Mark geboren. De bevalling had drie uur geduurd. De gynaecoloog had nog nooit zo’n ontspannen bevalling meegemaakt, vertelde zij. Het kleine wondertje werd met liefde ontvangen. Vijf pond en honderdtwintig gram, helemaal klaar. Hoe is het mogelijk? Teruggezet in de baarmoeder, want het was een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, dus dat betekent groeiachterstand, en vier weken te vroeg geboren. En toch was het kindje rijp, zoals ze dat noemen. De glucose was te laag, dus Mark kreeg meteen een flesje en mocht niet aangeraakt worden, maar dat werd die avond overwonnen. Hij werd extra warm gehouden. Na twee dagen werd Mark wat geel en moest hij onder de gele lamp, maar hij hoefde niet in de couveuse. Hij mocht in een wiegje liggen dat naast de moeder stond. Karin had een kamertje voor zichzelf alleen, omdat ze zo ziek was, zieker dan ze zelf besefte. Ze mocht daarom het kleine mannetje vierentwintig uur per dag bij zich houden en het personeel van het ziekenhuis verwende haar zo veel mogelijk.
Na een paar dagen, toen Mark wat actiever werd, mochten ze naar huis om toch nog even van de kraamtijd te genieten. Karin was pas één dag thuis en toen moest ze alweer naar het ziekenhuis voor onderzoek, scan, MRI en echo’s. Het was een spannende tijd. De jonge ouders probeerden ondanks alles toch zo ontspannen mogelijk te genieten van de kleine Mark. Zij praatten veel met elkaar, maar konden ook samen lachen en huilen. Wat waren ze sterk, want ze hadden ook kunnen verdrinken in hun verdriet.

En dan de dag van de uitslag! Vergevorderde borstkanker met uitzaaiingen naar de lymfe en niet operabel, maar het was niet verder uitgezaaid dan de lymfe. Er was opluchting, want de organen en het bot waren schoon. Er werd door de arts aangeraden om eerst zes chemokuren te doen en dan konden ze kijken of het gezwel genoeg geslonken was om te opereren. Eén week na de bevalling kreeg Karin de eerste chemo.

Toen kwam Karin elke week op de behandeltafel. Het resultaat was er wel naar, want Karin was na de chemo ongeveer drie dagen niet lekker en na één week pakte zij het leven weer op. Zij leidde dan weer haar leven zo normaal mogelijk en als er emoties kwamen, dan liet zij die ook toe. Zij lachte, huilde en was boos. Wat was ik trots op haar zoals zij het deed. Haar bloedbeeld was na de vijfde kuur beter dan voor de kuren, alles heelde ongelofelijk snel. Karin vertelde mij: “Ik weet dat ik níét beter word op de behandeltafel, maar ik voel dat het mij helpt er makkelijker doorheen te komen, ik voel dat het goed voor mij is.”
Na de laatste chemo wéér door de molen van onderzoeken, en toen de uitslag! De arts kon het niet geloven, want zo op het eerste gezicht was honderd procent van de kanker weg. Hij moest zoeken om een knobbeltje te kunnen vinden, terwijl je het gezwel met het blote oog kon zien toen hij Karin de eerste keer onderzocht. De arts durfde toen tegen de jonge ouders te zeggen dat hij niet verwacht had ooit te kunnen opereren. Hij had verwacht dat Karin nog maar kort te leven had, maar zoals het er nu voor stond, kon zij zelfs kiezen voor een borstsparende operatie, wat ze gelukkig niet gedaan heeft, want het veiligste was toen nog steeds de hele borst eraf halen en de lymfeklieren verwijderen.
Toen Karin het goede nieuws doorbelde, mocht ik doorgeven dat er van de drie geknakte rozen er twee omhoog stonden. Zij had namelijk van Raphaël al eerder symbolisch drie witte rozen gekregen.
Op 3 april lag ze op de tafel voor extra energie en op 4 april werd ze geopereerd.
Op 6 april had Karin een keuze: naar huis gaan of nog even in het ziekenhuis blijven. Zij besloot om de volgende dag naar huis te gaan, maar dat viel wel wat tegen, want door de operatie voelde ze zich voor het eerst zwak. Maar elke dag knapte zij wat op en één week na de operatie kwam ze alweer buiten de deur. Zij kon goed naar de operatiewond kijken en schaamde zich niet om de wond aan de mensen van wie ze hield te laten zien. Het overtollige lymfevocht bleef wonderlijk genoeg beperkt tot een hoeveelheid die het lichaam aankon.
Op 15 april kwam de uitslag van de patholoog: alle snijvlakken waren schoon, maar het was moeilijk geweest om al het afgestorven littekenweefsel van de kanker weg te snijden tijdens de operatie. Toen pas besefte Karin ten volle dat als het niet zo goed verlopen was, ze de begrafenis had kunnen regelen, want er was gesneden in oorspronkelijk kankerweefsel. De patholoog had nog geen levende cellen gevonden, maar hij zou net zolang plakjes eraf snijden en onderzoeken tot hij misschien kankercellen tegen zou komen.
Op 17 april , toen Karin weer kwam voor een behandeling, vertelde zij dat ze nu pas goed besefte wat de behandelingen die zij gehad had, voor haar hadden betekend. Ik mocht haar toen doorgeven dat er elke keer als zij op de tafel kwam extra energie in haar aura werd gebracht via mij door de lichtwezens en het lichaam zich daardoor veel beter en sneller kon herstellen. Ook was er door artsen vanuit het licht een bacterie in haar lichaam geplaatst die de kanker had doen afsterven. (Ik vermoed dat dit een voorbode is van een ontdekking die in de toekomst gedaan zal worden door de artsen).

Bij een later bezoek aan de oncoloog kreeg het echtpaar te horen dat het weefsel dat verwijderd was, nog twee keer onderzocht was. Eén keer in het MCA en de tweede keer in het VU medisch centrum. En dat zij niet één levende kankercel hadden gevonden. De artsen snapten er niets van. Het was ook nog besproken, samen met het VU medisch centrum. Soms stonden ze voor raadsels, vertelde de arts. Maar wij wisten beter, er was een wonder gebeurd! 
Vlak na de laatste chemokuur kwam ondanks de zeer zware kuren de menstruatie op een normale manier weer op gang en was deze regelmatiger dan ooit tevoren. Ook daar stonden de artsen versteld van, want dat kon ook niet volgens de verwachting. De grootste lichamelijke strijd was gestreden. Er volgden nu nog zeventien bestralingen en daarna kwam de allergrootste klus, want als er rust komt, komt de geestelijke verwerking. Ze is jong, maar haar lichaam is toch verminkt. En er blijft toch de eerst jaren de angst dat het terugkomt, maar ze is sterk. Ze zal er zich met vallen en opstaan wel doorheen slaan.
Op 27 oktober, ongeveer een jaar nadat er voor het eerst kanker was ontdekt, moest Karin naar het ziekenhuis voor onderzoek. De arts kon niets verontrustends vinden en noemde haar zijn ‘grote wonder’, want alles zag er prachtig en rustig uit. Zij mocht dus een half jaar wegblijven, wat ze wel eng en lang vond. 

Die avond belde zij mij in paniek op of ik wilde komen, want haar hele linkerarm werd blauw en pijnlijk. Ik zag meteen dat ze trombose in haar arm had. Om haar niet in paniek te laten raken, heb ik niets daarover gezegd, maar haar geadviseerd om naar de polikliniek in het ziekenhuis te gaan, want ik voelde dat zij zo snel mogelijk opgenomen moest worden.

Haar man was niet thuis, dus is de echtgenoot van haar vriendin met haar meegegaan en ze werd inderdaad opgenomen met een trombosearm. Zij werd meteen behandeld met bloedverdunners, waar zij goed op reageerde.

De volgende dag ben ik naar het ziekenhuis gegaan en heb haar gemagnetiseerd, want zij kreeg erge hoofdpijn. Er werd gedacht aan migraine vanwege de spanning. Haar oncoloog stond nadat hij was gewaarschuwd binnen tien minuten naast haar bed. Hij heeft de uitslagen bekeken en zag dat de lymfeklieren iets vergroot waren, en omdat hij geen risico wilde nemen, is er een punctie uitgevoerd, waarvan de uitslag een week later zou komen. Karin wilde naar huis, waar het voor haar rustiger was. De hoofdpijn bleef; alleen als ik haar magnetiseerde, kreeg zij wat verlichting voor korte tijd. Aan het eind van die week zou er een scan van de hersenen gemaakt worden, maar dat wilde Karin niet, want zij voelde zich te ziek en dinsdag moest zij toch voor de uitslag van de punctie naar het ziekenhuis.
Op maandag belde de specialist op, omdat hij die dag een scan wilde maken. En hij vertelde dat hij haar meteen wilde opnemen, zodat het niet zo’n belasting voor haar zou zijn. Die middag kwam de uitslag van de punctie en meteen was er weer verdriet. Er waren weer kankercellen gevonden, maar nu aan de linkerkant.

Dinsdag kwam de genadeklap, de uitslag van de hersenscan was: hersentumor met zoveel uitzaaiingen dat het niet meer te behandelen was.
Grote schrik en verdriet, want haar tijd was nog maar kort. Het echtpaar heeft het aanvaard zoals het was, zonder opstandig te worden of in de ontkenning te gaan. Een gedeelte van het personeel was volledig van slag, want dit had niemand meer verwacht. De gynaecoloog, de mamma care-verpleegster en de verpleging stonden met tranen in hun ogen aan haar bed, want dit was iets wat niemand voorzien had. En Karin maar mensen troosten. Zij kon dit, terwijl zij zich er volledig van bewust was wat er aan de hand was.
Ik had het die vorige dinsdag al gezien, toen ik Karin in het ziekenhuis magnetiseerde terwijl zij opgenomen was met die trombosearm, maar bij mij was het direct uit mijn geheugen gewist om mij te beschermen voor het weten dat het helemaal fout zat. Niemand had een vermoeden dat ze al zo ziek was. Ik had wel in die week tegen mijn vriendin gezegd dat elke morgen mijn ogen dichtgeplakt zaten en dat ik dan het gevoel had dat ik de hele nacht gehuild had, want onbewust wist ik het nog wel, maar daar kom je later pas achter.
Op woensdag, toen ik bij Karin in het ziekenhuis was, fluisterde ze in mijn oor dat ze licht om haar bed heen zag met structuren.
Haar wens was om toch nog te trouwen voordat zij zou sterven. Toen het bekend werd dat zij gingen trouwen, gebeurden er dingen die je niet voor mogelijk had gehouden. In een paar uur tijd werd er door haar collega’s van een hotel en door haar vrienden en vriendinnen een groots trouwfeest georganiseerd.

Karin kreeg de oogst die zij gezaaid had bij haar medemensen, LIEFDE, want dat was Karin: liefde, begrip, een luisterend oor voor haar naasten en altijd attent voor iedereen.
Iedereen deed belangeloos schenkingen. In het hotel werden de mooiste kamers voor haar gereserveerd. Er was champagne met de grootste en mooiste bruidstaart die haar collega’s ooit gemaakt hadden. Er was muziek, Marco Borsato, een bruidsjurk, een auto naar eigen keuze en er mochten zo veel gasten komen als zij wilde.  Ze zou gekleed en gekapt worden. Er zou verpleging meegaan en de arts zou ook proberen om zich voor dit feest vrij te maken, zodat er indien nodig medische hulp aanwezig zou zijn. Er werden kleertjes voor de kleine Mark gehaald, zodat zij die zelf kon uitkiezen.
Op zaterdag 8 november was ik ‘s morgens vroeg bij haar en toen vertelde Karin mij dat ze zo intens genoot van de voorbereidingen van het huwelijk, dat het een feest zou worden en tegelijkertijd een afscheid en dat zij het goed kon scheiden van haar ziek zijn.

Zij vertelde mij dat ze géén angst voor de dood had, omdat we er veel over hadden gepraat en omdat het licht en de structuren om haar bed steeds sterker werden. Het was ongelofelijk, zij lag te stralen in haar bed.

Elke avond om negen uur stuurde ik samen met drie andere mediums energie naar haar toe, liefde en licht. Het kwam goed bij haar over en ze genoot daar dan ook bewust van. Als het enigszins kon, zorgde zij ervoor dat zij dan alleen was.
Raphaël had mij al verteld dat als Karin zou sterven, zij haar naar het licht zouden begeleiden, zodat haar ziel niet teruggetrokken kon worden naar de aarde door verdriet, dat zij volledig beschermd zou worden.
Zondag kwam haar eigen kapper om haar haar alvast in model te brengen voor het feest, dat op donderdag plaats zou vinden. In de kapsalon werd ze eventjes niet goed en daar schrok ze erg van. Het was het begin van het steeds zieker worden en het werd al gauw duidelijk dat de bruiloft geen doorgang kon vinden, maar zij en haar man hebben maandag in het bijzijn van een pastor toch de ringen aan elkaars vingers geschoven.
Op dinsdag 11 november werd de pijn zo erg dat Karin in plaats van morfinespuiten een morfinepomp kreeg, zodat het beter afgesteld kon worden naarmate de pijn erger werd. De verpleging was fantastisch, er was een aparte ruimte voor de familie, er was altijd eten en drinken voor hen. Zij leefden ontzettend mee. Ik heb menigmaal verpleegsters met tranen in hun ogen naar Karin zien kijken als ik haar vroeg in de ochtend opzocht, want ook die hadden haar in hun hart gesloten. Zij konden ook niet bevatten dat Karin, zo jong en zo ziek, toch zo stralend in haar bed kon liggen. Karin heeft vol overgave afscheid van het leven en haar dierbaren genomen. Zij zag het licht en zij verlangde ernaar. De kleine Mark wilde niet meer in de armen van zijn moeder liggen en Karin vond dat best. Zij hadden elkaar al losgelaten.
Op woensdag 12 november vroeg Karins moeder aan haar: “Wat zie je toch, Karin, waar lig je toch steeds naar te kijken?” Toen antwoordde zij: “O, mamma, het is daar toch zo mooi, zo vredig en zo liefdevol. Haar moeder kreeg daar rust van, het was een van de mooiste cadeaus die Karin haar moeder heeft kunnen geven, want toen wist zij zeker dat Karin het goed zou krijgen en dat er echt leven na de dood is. Die avond is Karin onder narcose gebracht om haar zonder pijn en in alle rust te kunnen laten sterven. Zij was er helemaal klaar voor, zij verlangde naar de andere wereld die voor haar al zo dichtbij was en iedereen had er vrede mee.

Wij bleven elke avond om negen uur licht naar haar zenden om haar ziel de kracht te geven om het licht te pakken, zodat zij niet door het verdriet het licht zou loslaten.
Op 16 november  heeft Karin tussen negen en half tien in de avond het aardse losgelaten en kon zij voorgoed naar de plek gaan waar zij naar verlangde, het ‘licht’, waar zij in liefde is opgenomen en vanwaar zij met liefde de mensen die zij achterliet in de toekomst kan begeleiden en ondersteunen.
Karin is als een bruid begraven.
Kinderen speelden rond haar kist en zochten naar haar vleugels. Zij had een glimlach op haar gezicht.
Op de lange weg naar de kerk hingen alle vlaggen halfstok en de mensen van het dorp stonden met witte rozen langs de weg om die nog op de kist te leggen en tussen de portieren en ruitenwissers van de auto te steken.
De kerk werd beschikbaar gesteld door de parochie, omdat er geen andere ruimte in het dorp beschikbaar was waar meer dan 500 mensen in konden.
Op het kerkhof zijn 28 witte duiven losgelaten, waarvan er één een rondje boven het graf maakte. Eén duif voor elk jaar dat ze geleefd heeft.
Na de begrafenis was er een condoleance en er werd champagne gedronken en taart gegeten, die gebakken was door haar collega’s met het recept van Karin.
Zij was een voorbeeld voor velen dat leeftijd niet uitmaakt als je sterft, maar wel de manier waarop. Als je zoals Karin zonder angst mag sterven, doet leeftijd er niet toe. Dan verlang je alleen maar naar thuis, naar het licht.
Karin was een liefdevol mens aan wie een hoop mensen een voorbeeld kunnen nemen. Zij had net als elk mens haar fouten om van te kunnen leren, maar als de wereldbevolking zou kunnen leven zoals zij gedaan heeft, voor ieder een luisterend oor zijn, attent voor de mensen met moeilijkheden om haar heen en liefde uitdragend, dan zou de wereld er anders uit zien.
Karin, ik hield van je, als het nodig is voel ik je aanwezigheid om mij te ondersteunen in mijn proces.
Liefs, Margreet
Raphaël had mij gevraagd of ik het verloop van het proces van Karin op wilde schrijven. Omdat Karin symbolisch drie witte rozen had ontvangen, was het haar en mijn overtuiging dat zij volledig zou genezen. De koptekst was dan ook in eerste instantie: ‘Een wonder’. Maar door die drie rozen had zij meer rust en ontspanning tijdens haar ziekte. Ook ik mag niet alles weten, maar de laatste witte roos was voor de begrafenis. Het waargebeurde verhaal werd dus: ‘Een wonder dat ophield’.
Nu weet ik ook waarom ik het moest opschrijven. Het is een les voor ons allen dat als je sterft zonder angst voor de dood, je het leven en je dierbaren − ook al ben je jong − op een natuurlijke manier loslaat. Als je géén angst heb dan ben je 7 tot 10 dagen voor je dood al aan het pendelen naar de wereld van waaruit we geboren zijn en zie je het licht wat Karin structuren noemde al om je heen Hopelijk neemt dit verhaal een hoop angst voor de dood weg bij vele mensen.
Het is niet zo dat ik overspoeld wil worden door mensen die een behandeling willen. Ik doe mijn werk nu op een andere manier. De genezingen vinden nu plaats op de channelingen door mijn jongens en Isoritas. Ik geef dus niet meer op deze manier een behandeling. Dat is ook de reden dat ik dit verhaal nu pas de wereld in stuur.
Liefs Margreet.