Heavenletter 166: De Stralen van de Maan / Gepubliceerd:13 april 2001 / 21 Juni 2020

Heavenletter 166:
De Stralen van de Maan
Gepubliceerd: 13 april 2001 / 21 Juni 2020
God zei:
Ik heb je gezegd de dingen niet persoonlijk te nemen, omdat het je ego is dat de dingen persoonlijk maakt. Het is je ego dat iets uitkiest.
Maar nu zal Ik je vertellen dat er bepaalde dingen zijn die persoonlijk voor je zijn.
De stralen van de Maan komen ’s nachts jouw slaapkamer binnen.
Ze zijn persoonlijk voor jou bedoeld.
De stralen van de Zon komen overdag op je terecht.
Winden blazen en waaien op je.
Deze zijn voor jou persoonlijk.
Bewustzijn van deze persoonlijkheid richt zich niet op je ego.
Het gaat over de waarheid. De liefde voor het Universum is inderdaad voor jou.

Het is niet aan het ego om te denken dat de getijden jou bewegen.

De getijden bewegen je, en jij trekt de getijden naar je toe.
Het is niet aan het ego om te denken dat het Universum voor jou is.
Wanneer je weet dat het Universum voor jou is, dan ken je de wederkerigheid tussen jou en het Universum.
Jij bent voor het Universum. Jullie passen bij elkaar. Je bent een evenwichtsoefening.
Het is niet aan het ego om te weten dat de Zon op je schijnt, dat de stralen van de Maan persoonlijk je hart binnenkomen en dat de lucht van jou is.
Via dit toont God zijn respect voor jou. Dit alles en nog veel meer zijn signalen naar jouw hart vanuit het hart van het Universum.
Je bent een evenwichtskunstenaar van de Maan en de Zon.
Je kunt hun stralen incasseren.
Hun stralen doordringen je. Je belichaamt ze.
Jij bent de Maan en jij bent de Zon.
Van wie zijn ze, zo niet van jou? Het zijn maar een paar van Mijn gaven aan jou.
Als Ik je de Zon en de Maan kan geven en die van jou kan maken, wat kan Ik je dan niet geven?
Wanneer de stralen van de Maan jouw slaapkamer binnenwandelden, maakten ze je wakker voor hun persoonlijkheid voor jou.
Ze klopten bij wijze van spreken en zeiden: “Jouw Maan is hier voor jou”, precies zoals een taxichauffeur zou zeggen: ‘Je taxi is hier’.
Net als jij willen de stralen van de Maan opgemerkt worden.
Ze willen dat je ze kent en hun begaafdheid voor jou kent.
Want de Zon en de Maan zij zijn Mijn boodschappers voor jou.
Hun boodschap is: “God heeft lief.” Hun boodschap is: “God houdt van je.”
En nu maak je duidelijk dat het bericht is ontvangen en geaccepteerd, en dat je de betekenis en pracht weet van de boodschap die je hebt ontvangen en geaccepteerd en je bedankt ervoor in je acceptatie.
Je hebt het altijd ontvangen, maar je hebt het niet altijd opgemerkt. Waarom is dat?
Je ego houd je voor de gek dat je het middelpunt van de aandacht van de wereld wilt zijn, maar niet die van God. Ego maakt je bang voor wat je God zou moeten geven in ruil voor Zijn aandacht, dat je Hem je persoonlijke identiteit als blijk zou moeten geven, en dat je dan zou verdwijnen uit je eigen herkenning.
Het is waar dat je jezelf niet zult herkennen wanneer je Mijn liefde voor jou accepteert. In dat wederzijdse moment van oplichten weet je Mijn licht en jouw licht zo goed en zo intiem, dat je uit jezelf bent of uiteindelijk in jezelf, en je eerdere onechte identiteit betekent helemaal niets voor jou.
Je weet niet eens waarom je het ooit moest hebben of wat het was of wat je dacht dat het was.
Wanneer je overstapt, ben je overgestapt.
Wanneer je bij Mij bent gekomen, ben je bij Mij gekomen.
En dat is voldoende. Je bent voldoende voor jezelf.
In de nacht maakte de Maan je wakker met een belangrijke boodschap van Mij voor jou. Onthoud die boodschap gedurende de dag.
Overdag volgt de Maan je niet minder.
De stralen van Gods boodschappers zijn in je gevestigd en je schijnt ook diezelfde stralen, of je het nu weet of niet.
Maar het is goed om dat te weten. Het is goed om welvaart te kennen.
Wiens ben je, zo niet de Mijne?
VERTALING DOOR: ANJA
Afbeelding komt van deze website en ik begrijp dat ze van google images afkomstig zijn.