Na de dood

Na de dood
2 maart 219 / Gerrit Gielen
Hoe ziet het leven na de dood er uit? Het belangrijkste verschil tussen deze wereld en de wereld waar we na onze dood terecht komen is dat na onze dood de uiterlijke wereld in hoge mate een afspiegeling is van onze innerlijke wereld. Hier op aarde is dat duidelijk niet zo: mensen die vervuld zijn van haat en woede kunnen toch rondlopen in de prachtige natuur, hoogstaande mensen kunnen ronddwalen in troosteloze sloppenwijken. In de wereld na de dood weerspiegelt onze omgeving in hoeverre we in contact staan met onze innerlijke zon. Naarmate we meer liefde, waarheid en schoonheid in onszelf vinden, zien we die ook terug in onze omgeving.


Die innerlijk zon is wat wij ten diepste zijn: het eeuwige tijdloze deel van ons zelf. Als we sterven begint er een reis terug naar dat deel. Om die reis te begrijpen kun je je voorstellen dat de aarde omringd wordt door twee gebieden: de astrale sfeer en de spirituele sfeer.

Deze sferen zijn vervolgens weer verder onder te verdelen in vele sub-sferen. De spirituele sfeer is de sfeer van onze oorsprong, het domein van onze ziel. Het is een sfeer van tijdloosheid, eenheid, licht, schoonheid en eindeloze liefde. Al het hogere in de mens vindt daar zijn oorsprong. Deze sfeer is de plaats waar onze ziel vertoeft – het is ons thuis. Wij hebben die spirituele sfeer nooit werkelijk verlaten. Wij zijn daar nog steeds. Als we sterven beginnen we aan wat wij ervaren als een reis terug naar die plaats. Maar in wezen gaat het om een bewustwordingsproces van wie we werkelijk zijn: een ontwaken uit de droom van het aardse leven.

Dit ontwaken kost tijd: we kunnen niet zo maar alle illusies en donkere gevoelens over onszelf, het mens-zijn en het universum, die we op aarde hebben opgedaan, loslaten. We zijn ons gaan identificeren met onze aardse persoonlijkheid en deze identificatie kan hardnekkig zijn. Onze illusies en identificaties worden weerspiegeld door de astrale sfeer waarin we na onze dood terecht komen. 

De astrale sfeer

Na de dood is de mens vrij. Vrij om weer terug te keren naar de spirituele sfeer van zijn oorsprong, vrij om zijn eigen werkelijkheid te scheppen. Maar die vrijheid is ook een valkuil. Zeer veel mensen zijn innerlijk namelijk helemaal niet vrij. Ze hebben zichzelf opgesloten in stellige overtuigingen over hoe het leven in elkaar zit, wat goed is en wat slecht, en wat er met de mens na zijn dood gebeurt. Anderen zijn geen slaaf van overtuigingen maar van gevoelens en verlangens, zoals verslavingen, woede of minderwaardigheidsgevoelens.
Heel veel menselijke gedachtes en fantasieën vinden hun oorsprong in angst. Al die op angst gebaseerde gedachtes en fantasieën scheppen een innerlijke toestand, die zich na de dood vertaalt in de uiterlijke vorm van de astrale sfeer. De astrale sfeer is dus gebaseerd op angst en onwaarheid, de spirituele sfeer is gebaseerd op liefde en waarheid.
Maar omdat mensen hun gedachten buiten zichzelf weerspiegeld zien in die astrale sfeer, houden ze die sfeer voor waarheid. Dit is de grote valkuil van het astrale gebied: mensen zijn stellig overtuigd van iets, en zien in het astrale gebied die overtuiging bevestigd.
Na hun overlijden kunnen mensen doorgaans vier wegen volgen, die samenhangen met vier sub-gebieden van de astrale sfeer.
1. Het pad van de ziel
Ieder mens die tijdens zijn leven zo nu en dan duidelijk contact met zijn ziel ervaart, volgt dit pad. Dit zijn van die momenten waarop je voelt werkelijk te leven, werkelijk te bestaan. Je voelt inspiratie, je weet wie je bent en geniet van het leven. Je voelt liefde voor het leven en je medemensen, en weet dat het universum in wezen goed is. Als je dit tijdens je leven al op sommige momenten ervaren hebt, wordt dit na de dood alleen maar sterker. Er begint dan een groeiproces waarbij je geleidelijk aan je ziel wordt: je ervaart dit als een steeds meer worden van wie je werkelijk bent. Je aardse angsten en zorgen verdwijnen en maken plaats voor geluk en weten. Terwijl je innerlijke licht groeit, wordt ook je omgeving steeds mooier. Je stijgt op door de sferen tot je uiteindelijk in de spirituele sfeer terecht komt, de sfeer van de ziel die met woorden niet te beschrijven valt en met het menselijk verstand niet te bevatten.
Het gebied van de astrale sfeer waar je je reis begint wordt wel het Zomerland genoemd. Het lijkt op de mooie gebieden op aarde, maar dan nog veel paradijselijker. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die deze weg volgen. Dit pad is voor iedereen die bezig is met bewustzijnsontwikkeling, die openstaat voor zichzelf en bereid is te groeien en te leren. Voor iedereen die zich niet vastgezet heeft in starre overtuigingen en negatieve gevoelens. Eigenlijk voor ieder mens die wel eens kan lachen om zichzelf.
2. Het pad van de persoonlijkheid

Dit pad wordt gevolgd door mensen die hun leven laten sturen door impulsen van buitenaf. Ze zijn beslist niet slecht doch luisteren niet naar de stem van hun ziel maar doen wat de maatschappij van hen verlangt. Ze hebben geen uitgesproken starre meningen en hun levens voorlopen meestal onopvallend. Na hun dood komen ze in de astrale sfeer terecht in een omgeving die sterk lijkt op hun aardse omgeving. Het wordt wel ‘het realistische gebied’ van de astrale sfeer genoemd omdat het zo lijkt op de aarde. Sommige aardse steden zijn hier vrijwel volledig terug te vinden. Met dit verschil dat veel oude gebouwen die op aarde al lang verdwenen zijn, hier nog steeds staan.

Maar in het algemeen zijn de gebieden hier best mooi. Groene landschappen gevuld met vriendelijke stadjes en dorpjes. Mensen die hier terecht komen beseffen vaak niet dat ze overleden zijn: alles lijkt te veel op de aarde en vaak geloofden ze toch al niet in een leven na de dood.

Maar er zijn leraren aanwezig die de mensen daar geleidelijk aan proberen te openen voor het spirituele. Vaak met succes omdat de mensen die hier terecht komen doorgaans niet zo dogmatisch zijn. Meestal zijn mensen die daar in landelijke gebieden wonen wat makkelijker te bereiken voor gidsen dan mensen die in de steden wonen. In steden is de illusie van de materie het sterkst.
Aan dit bestaan komt echter hoe dan ook een keer een einde. Ofwel het contact met de ziel wordt alsnog tot stand gebracht en de persoonlijkheid stijgt op naar de spirituele sfeer. Ofwel de ziel besluit opnieuw te incarneren en de energie van die persoonlijkheid wordt meegenomen naar een volgend leven. Dit vertrek wordt in dit gebied soms “de tweede dood” genoemd. De persoonlijkheid wordt door hogere entiteiten uitgelegd dat de tijd nu gekomen is om afscheid te nemen van zijn huidige bestaan. Hij neemt met een uitgebreid ritueel afscheid van zijn vrienden, wetende dat ze elkaar ooit ergens weer zullen ontmoeten. Soms is dit erg tragisch; de persoonlijkheid heeft immers nog geen goed contact met zijn ziel. Hij geeft zich dan over aan de lichtstraal van de ziel die het zaad gaat vormen van een nieuwe incarnatie. 
3. Het pad van illusie

Dit pad wordt vaak gevolgd door mensen die geen goed contact hebben met hun ziel maar wel hele sterke religieuze overtuigingen aanhangen. Denk hierbij aan religieuze fanatici. Het zijn mensen met een sterk dualistische wereldbeeld; ze zijn er heilig van overtuigd dat zij gelijk hebben en beschouwen een ieder die het niet met hen eens is als slecht of dwalende. Hoe meer een overtuiging op angst gebaseerd is, des te stelliger en dualistischer de daaruit voortkomende opvattingen zullen zijn. Na hun dood komen ze terecht in een hemel die precies zo is als ze het zich voorgesteld hadden. Alleen omdat daar het contact met de ziel ook ontbreekt, gaan ze zich steeds ongelukkiger voelen.

Op aarde waren ze ook niet gelukkig, maar daar hadden ze nog de illusie dat dit in de hemel anders zou zijn. Dit wordt wel het gebied van ‘de valse hemelen’ genoemd. Het is één van de lagere gebieden van de astrale sfeer. Omdat de mensen hier heel sterk overtuigd zijn van hun eigen gelijk zijn ze moeilijk bereikbaar voor gidsen.

Laat ik hier een voorbeeld van geven. In sommige christelijk kringen gelooft men dat men na de dood niet onmiddellijk in de hemel komt maar in het graf blijft tot het laatste oordeel. Als gevolg daarvan zijn er in de astrale wereld ‘kerkhoven’ te vinden waar overleden in hun astrale gedaante in hun graf blijven liggen. Ze voelen zich daar natuurlijk doodongelukkig. Gidsen die hun proberen te helpen, worden voor duivels aangezien die hun de hel in proberen te praten.
Zo zijn er in de astrale wereld tal van dit soort ‘hemelen’ die het resultaat zijn van hele starre geloofsopvattingen. Mensen voelen zich daar doodongelukkig maar weigeren desondanks hun overtuigingen los te laten. Ze ervaren iedere liefdevolle poging hen te helpen als verleidingen van de duivel. Ze zijn vaak bang dat ze slecht zijn omdat ze zich ongelukkig voelen en durven dit niet openlijk toe te geven.
Binnen zo’n astrale ‘hemel’ staan vaak leiders op. Dit zijn overledenen die helemaal opgaan in hun rol en bijvoorbeeld menen dat ze Christus of de een of andere meester zijn. Ze worden door de overigen aanwezigen in zo’n hemel ook als zodanig beschouwd. Eén of andere sekteleider die zichzelf tijdens zijn aardse leven al beschouwde als verlicht meester gaat die rol vaak na zijn dood voortzetten. Omdat dit gebied qua trilling dicht tegen de aarde aanligt, pikken helderzienden en mediums vaak energieën en informatie uit dit gebied op. En zo komt er een hoop onzin in de wereld. Deze sfeer is een bron van veel valse helderziende en gechannelde informatie.
De informatie die vanuit deze gebieden verspreid wordt is vaak heel dualistisch, moralistisch, veroordelend en vol van rampzalige voorspellingen die steeds niet waar blijken te zijn. De woorden van de ‘leraren’ uit deze sfeer zijn een afspiegeling van hun eigen zielloze persoonlijkheid. Jammer genoeg zijn er op aarde veel mensen die er in trappen. De macht van deze sfeer van illusie over de mensheid is nog steeds groot. Maar uiteindelijk werkt het als volgt: waarheid leidt tot geluk, onwaarheid tot ongeluk. Het kan echter lang duren voor mensen dit beseffen, zeker in de astrale sfeer waar er weinig tegengas is. Niettemin gaan mensen zich uiteindelijk afvragen hoe het mogelijk is dat een geloof dat zo ongelukkig maakt, waar kan zijn. Ze gaan twijfelen aan de eigen dogma’s. Uiteindelijk wint de zachte innerlijke stem het van de waanideeën. Als dat gebeurt, begint de weg terug naar het licht.
4. Het pad van eenzaamheid

Dan zijn er ook mensen die zich niet vastgezet hebben in valse ideeën maar in negatieve gevoelens: haat, woede, wrok. Vaak hebben ze hun medemensen ernstig gekwetst en lijden veroorzaakt. Iemand die tijdens zijn leven zijn innerlijke licht heeft afgewezen, komt terecht in een deel van de astrale sfeer waar het donker en eenzaam is. Omdat het licht – dat schoonheid en harmonie schenkt – hier ontbreekt, nemen de mensen hier soms monsterachtige vormen aan. Toch, juist omdat hier alles zo donker en ellendig is, vindt er ook veel verlossing plaats. Als je alleen maar monsters en duisternis ziet, is het duidelijk dat er iets mis is.

De negatieve emoties die je in beslag namen, beginnen uiteindelijk hun macht te verliezen, omdat ze alleen meer duisternis voortbrengen. Langzaam ontstaat het inzicht dat allerlei dingen die tijdens het aardse leven zo belangrijk leken, zoals macht, geld, bezit en aanzien, geen licht in zich dragen. Het weinige licht dat er wel was, wordt juist daardoor nu gezien. Mensen herinneren zich weer een enkel mooi moment uit hun aardse leven: een vriendelijk woord, een mooie bloem. Ze beginnen die dingen te herwaarderen.

Daardoor ontstaat er een opening: ze worden weer bereikbaar voor gidsen. De lange weg terug kan beginnen. Er wordt gekozen voor een nieuw leven op aarde: een leven dat de weg wijst naar meer innerlijk licht.
Straf en Karma

Ons denken over de dood en wat er na komt wordt nog vaak bepaald door begrippen als straf en karma. In vrijwel alle culturen bestaat het idee van een hogere instantie die straft. Zijn we slecht dan komen we in de hel of krijgen we te maken met zwaar karma. Die ideeën zijn als regel bedacht door aardse machthebbers die hun macht willen behouden en dus tegen iedere vorm van vrijheid zijn. Vaak hebben hun redeneringen deze vorm: “Wij zijn door God boven jullie geplaatst en als jullie dat niet aanvaarden en je niet aan onze regels houden zal God jullie straffen met de eeuwige hel.” Of subtieler: “Wij zijn in een vorig leven goed geweest en daarom zijn we nu rijk en machtig; jullie zijn in een vorig leven slecht geweest en daarom zijn jullie nu arm en ongelukkig. Maar als je dit geduldig aanvaardt, zal het in een volgend leven wat beter gaan.”
Wat altijd goed werkt vanuit het oogpunt van een machthebber is mensen angst aanpraten over hun natuurlijke neigingen, bijvoorbeeld seksualiteit. Zo maak je mensen wijs dat ze van nature slecht zijn en dus straf verdienen. Mensen die denken dat ze slecht zijn en zich daarover schuldig voelen zijn makkelijk onder de duim te houden door een organisatie die het monopolie op de waarheid claimt. Als je mensen in een toestand brengt waarin ze denken dat zij slecht zijn maar dat jij hun redding bent, heb je macht over ze. Ten opzichte van deze ideeën is atheïsme – spiritueel gezien – een enorme vooruitgang.
Er bestaat in het universum niet zoiets als een instantie die straffen oplegt. Geen straffende God, geen heren van Karma die ons naar een ellendig leven sturen. Maar daden hebben wel gevolgen. Als ik in de winter als het vriest naar buiten loop zonder jas, dan krijg ik het koud. Dat is geen straf maar een gevolg van mijn daad.
Iedere keer als we tijdens ons leven een medemens kwetsen, duwen we het licht van onze innerlijke zon wat verder weg. Die innerlijke zon is niet alleen verantwoordelijk voor ons innerlijke licht, onze gevoelens van schoonheid, goedheid en waarheid, deze verbindt ons ook met de innerlijke zon van anderen en met de innerlijke zon van het universum zelf. Een ander kwetsen is ‘nee’ zeggen tegen de innerlijke eenheid van het leven. Het is ‘nee’ zeggen tegen onze ziel en dus ook ‘nee’ zeggen tegen onszelf. Het gevolg is dat er een diepe eenzaamheid en innerlijke leegte ontstaat die zich vult met negatieve gevoelens. In de ogen van een misdadiger – juist als hij nooit voor het gerecht komt – zien we nooit vreugde of geluk. Dit is geen straf, maar een direct gevolg van de keuzes die we gemaakt hebben. We hebben eenvoudigweg ‘nee’ gezegd tegen ons innerlijke bron van levensgeluk.
Na het overlijden wordt die innerlijke duisternis weerspiegeld in de omringende astrale wereld. Daar geldt: waar geen innerlijke licht is, is ook geen uiterlijk licht. Voor een buitenstaander lijkt het dan of zo’n persoon gestraft wordt voor zijn leven op aarde; van binnenuit gezien is er echter nauwelijks verandering. De persoon in kwestie voelde zich al leeg en ongelukkig en is dat nu nog steeds. Hij ziet alleen nu zijn innerlijke wereld weerspiegeld in zijn uiterlijke wereld. 
De weg terug naar het Licht


De weg terug naar het licht komt voort uit het verlangen naar het licht. Zelfs de meest donkere mens is nooit helemaal los geslagen van zijn ziel. Er zijn nog steeds kleine herinneringen aan schoonheid en geluk. Langzaam ontstaat het inzicht dat geweld en macht geen manieren zijn om dat licht te vinden, ze leiden er juist vandaan. Liefde kun je niet afdwingen. Al die kleine herinneringen vormen zaadjes die het verlangen naar geluk, liefde en schoonheid doen groeien. Het innerlijk verzacht. De persoon in kwestie wordt weer bereikbaar voor gidsen. Deze beginnen hem uit te leggen dat de weg terug naar het licht gevonden kan worden door mededogen, liefde en zachtheid te ontwikkelen. Maar hoe verder we van onze innerlijke bron verwijderd raken, hoe langer de weg terug. Wat is die weg terug? Die houdt in: alles wat we vergeten zijn over onszelf opnieuw ontdekken; alle onwaarheid loslaten en vervangen door waarheid.

Onwaarheid is in de kern verdeeldheid: het geloof dat het universum versnipperd is in oneindig veel deeltjes – ikjes – die allemaal in strijd zijn met elkaar. De strijd van allen tegen allen. De waarheid van de innerlijke eenheid achter de dingen is helemaal verloren geraakt. Hoe wordt die verdeeldheid opgelost? Door al die ‘ikjes’ van binnenuit te gaan beleven. Om te beginnen die waar we het hardst tegen gevochten hebben, die delen van het universum die we het verst van ons afgeduwd hebben. Juist dat wat we het scherpste veroordeeld hebben wil innerlijk beleefd worden – onze slachtoffers. Iemand die bijvoorbeeld mensen van een ander ras gediscrimineerd heeft, zal voor een leven kiezen waarin hij die discriminatie zelf ervaart. Zo zal er begrip ontstaan voor die ander. Zo ontstaat het besef dat al die ‘ikjes’ innerlijk met elkaar verbonden zijn. De liefde, het licht van de ziel, begint weer te stromen.

De keuze voor bepaalde ervaringen wordt gemaakt vanuit de ziel. Als het bewustzijn van de aardse persoonlijkheid nog ver van de ziel verwijderd is, zal die keuze van de ziel ervaren worden als een soort macht van buitenaf: God of karma. Maar karma is uiteindelijk niets anders dan de lessen die het bewustzijn nodig heeft om te groeien en deze lessen worden gekozen door de ziel zelf. Allerlei zogenaamde spirituele leringen die ernaar streven je karma op te heffen door het bijvoorbeeld te verbranden zijn dan ook onzinnig. Het doel van karma is de band met je ziel weer bewust te herstellen. Zodra je je weer openstelt voor je innerlijke licht, voor wie je werkelijk bent, eindigt je karma. De les is dan geleerd.
Ik heb eens meegemaakt dat een vrouw vasthield aan een relatie die haar erg ongelukkig maakte omdat ze dacht dat dit haar karma was. Maar toen ik me afstemde op haar ziel voelde ik dat het universum – haar ziel – haar wilde leren dat ze moest opkomen voor zichzelf. Zij dacht dus dat ze haar ellende geduldig moest ondergaan; in werkelijkheid was het doel van die ellende dat ze moest opkomen voor zichzelf en gaan scheiden. Zodra ze dat gedaan had, had ze haar karma opgelost. Het doel van ‘karma’ is dus nooit ons te laten lijden, maar om ons te doen groeien. Lijden ontstaat pas als we ons verzetten tegen die groei. De ellende die we dan beleven wordt zinloos en uitzichtloos, en dat is wat lijden in wezen is.

Naarmate het bewustzijn groeit, wordt dit steeds meer als zodanig herkend: in plaats van karma wordt er dan gesproken over een zieleplan. We beseffen dan dat moeilijke ervaringen er niet zijn om ons te laten lijden of te boeten, maar om ons bewust te maken van wie we werkelijk zijn en om de band met de innerlijke eenheid van alles weer te herstellen. In een volgende fase, waarin het bewustzijn nog verder samenvalt met de ziel, wordt wat je overkomt in je leven helemaal gezien als een eigen vrije keuze. De reis terug naar het licht is dan bijna voltooid.

© Gerrit Gielen